RAH Schepenbank Lummen nr. 69
Gichten Loons recht buiten
vrijheid
1537– - 1542
Titelblad
N° 3
Virtutem fortuna et livor
J Neven
Nihil ingrati animi vitio
turpius
fide omnia
Nota. Anno 1537
den 15 octobris schoutet ende schepenen van Herck bringen aen seecker proceduer
aen meijer ende schepenen van Lummen als hoich gericht om hout ende risch te
leveren ende een afgebot te wijssen.
Anno 1541 prima
julij schoutet ende schepenen bringen aen seecker proceduer opde guederen van
Halbeeck gedaen bije den rentmeester des heeren van Luijck
Nota. Pro domino
gelijt genomen te Schuelen vanden Poel Frans ende Machiel Hoens voir twee
gansen grondtceijs ende is weder gepurgeert anno 1541 den 17 novembris
Virtute
Semper
1537, 01
augustus. Folio 1
Heylwich Wijnen
van Coersel met haar geleverde momber Joris Wijnen heeft opgedragen haar tocht
van een palinge, die haar vroeger gepaald werd, tot behoef van haar zoon Jan.
Jan is hiermee tot tocht en 'erflicheit' gekomen met recht.
Nu vruchtgebruik
en erf samen zijn, heeft Jan dit goed opgedragen tot behoef van Lijsbeth
Wijnen voor 4,5 rinsgulden eens. Lijsbeth is tot de gichte gekomen met recht.
1538 op 5
september kwam Elsbrecht Wijnen met haar geleverde momber Laureijs
Wijnen en ze heeft aan Peter Broeckmans naderschap bekend van de voorschreven
koop. Peter is ter gichte gekomen met recht.
1537, 18
oktober. Folio 5v
Jan Zybrechts
met zijn huisvrouw Eelen Brouckmans heeft opgedragen de 4 stuivers jaarlijks
die Eelen in haar weduwlijke staat (wewelycken stoel) verkregen heeft
van Marten Wagemans, staande aan huis en hof te Heerl gelegen, grenzend sheren
straet 1), Lemmen Op die Hoeve 2), Gilis Pypen 3). Voor 3 rinsgulden Brabants
geld tot behoef van Geert Pijls, die tot de gichte is gekomen met recht.
1537, 18
oktober. Folio 6v
Art Pouwels
(Pouls) met zijn huisvrouw Katlijn Stapparts heeft opgedragen zijn vierde deel
van 'den Pinten Brouck' en zijn vierde gedeelte van een stuk beemps int Fraesenbrouck
gelegen. 'Den Pinten Brouck' palend 'die Laeck' 1), 'die Teppe' 2) en 'die
Biesemen' 3). 'Het Frasenbrouck' grenst 'mijn heer van Everboer' 1), 'die
Pruyssenbeempt' 2). Voor 36 rinsgulden (de karolusgulden aan 20 stuivers, de
philipsgulden aan 25 stuivers gerekend, Gelderse ryders voor 24 en 3 croenen
voor 40 stuivers het stuk). Opgedragen tot behoef van Symon Bervoets, die tot
de gichte is gekomen met recht.
1537, 08
november. Folio 7v
Govaert Vander
Hoeven met zijn huisvrouw Eelen Joes hebben opgedragen een hof in Scuelen
gelegen, grenzend sheren straet op twee zijden, Lenart Van Gelmen erfgenamen
3), Goris Snyders erfgenamen 4), als een pand voor een half mudde rogge
jaarlijks Diester pacht en mate. Voor 12 rinsgulden Brabants geld eens daarvoor
te geven (10 karolusgulden in gouden munten en nog 30 stuivers erbij). Te
kwijten met gelijk geld. Opgedragen tot behoef van heer Govart Snoecx, die tot
de gichte is gekomen met recht. Heer Govart heeft erin toegestemd dat het koren
mag betaald worden de halster met 4,5 stuivers Brabants of met goed hard graan.
Op 14 september
1559 heeft meester Dierick de Wuest deze bovengeschreven panden gekweten en hij
heeft bekend dat hij volledig betaald werd. Lambert Joes is tot de gichte
gekomen.
1537, 22
november. Folio 8
Frans Scepers
met zijn huisvrouw Katlijn van Heerle hebben opgedragen in meiers hand een stuk
erf geheten 'den Hazeren Beempt', palend sheren straet 1), Lambrecht Op die
Hoeve 2), Claes Munters 3); nog twee vaet land gelegen in den aenseel tegen Henric
Van Heerl, grenzend sheren straet op 2 zijden en Lambrecht voorschreven 3).
Tevens nog omtrent 3 vaet zeijens gelegen omtrent de voorschreven aenseel,
grenzend Henric van Heerl 1), Lambrecht Op die Hoeve 2) en de straat 3). Al
deze goederen worden opgedragen als pand voor 3 rinsgulden jaarlijks Brabants
geld (een karolusgulden aan 21 stuivers) die te kwijten staan voor 54
rinsgulden Brabants. Valdag op Sinte Mertensmisse. Opgedragen tot behoef van
heer Govart Snoex, die ter gichte kwam met recht.
Op 3 oktober
1567 kwam Peter Vanden Laer met zijn 'voergenger' Dierick de Wuest en hij heeft
deze panden van de drie rinsgulden jaarlijks gekweten. Hij heeft de
hoetpenningen en alle restanten ontvangen en Ambrosius Vander Eijcken is tot de
gicht gekomen met recht.
1537, 14
december. Folio 12
Heilwich van
Postel alias Muggeberchs met haar geleverde momber Joris Thijs heeft opgedragen
haar tocht van huis en hof en kindsgedeelte in Coersel gelegen, grenzend
Henrick Geerts kinderen 1), Henrick Scepers 2) en een Brabantse hofstat 3), tot
behoef van haar kinderen Jan en Michiel, die hiermee tot tocht en erfelijkheid
gekomen zijn met recht.
Nu tocht en erve
samen zijn, hebben Jan en Michiel deze goederen weer opgedragen tot behoef van
Dyonijs, Anna en Lijnke, hun broer en zusters, voor 60 rinsgulden Brabants
Diesters geld eens. Nijs, Anne en Lijnke zijn tot de gichte gekomen met recht.
1538, 10
januari. Jaergedinghe nae derthiendach. Folio 13
Wouter Naggen
heeft opgedragen huis en hof te Scuelen Opt Billen Eynde gelegen, grenzend Jan
Coecx 1), Jan Joris 2) en Symon Crouchs 3), voor 2 rinsgulden erfelijk Brabants
geld en nog 1 rinsgulden jaarlijks die zal mogen afgelegd worden binnen drie
jaren eerstkomend met 20 rinsgulden Brabants geld eens. Opgedragen tot behoef
van Peter Slegers, die ter gichte is gekomen.
Op 3 oktober
kwam Peter Slegers en hij heeft bekend dat hij Wouter Nagghen hier 'inder
comenscappe' voorschreven nog 1 rinsgulden afgenomen heeft die de H. Geest van
Berbroeck gelden had aan het voorschreven pand en Peter voorschreven belooft
die ook te betalen.
1538, 10
januari. Jaergedinghe nae derthiendach. Folio 13
Mathijs Bogaerts
heeft opgedragen huis en hof op die Stappe gelegen waarin hij woont, palend
sheren straet 1), Geert Stapparts 2) en Geert Kannarts 3), als een pand voor
een half mudde rogge jaarlijks Diester mate. Voor 12 rinsgulden Brabants geld
eens, waarmee het ook te kwijten staat. Opgedragen tot behoef van Jan Scurmans,
die ter gichte is gekomen met recht.
Het koren mag jaarlijks
betaald worden met hard graan of met 5 stuivers daarvoor.
1538, 10
januari. Jaergedinghe nae derthiendach. Folio 13v
Henrick Vaes
heeft een stuk broek opgedragen, gelegen 'int gesuer' in Coersel, palend Peter
Van Hamme 1), Ariaen der Smeet 2), Jan Hoefmans 3). Opgedragen voor 28,5
rinsgulden zoals dat in Diest gangbaar is tot behoef van Matewis Van Hamme die
tot de gichte is gekomen met recht.
1538, 07 maart.
Folio 18v
Servaes Jorys
heeft opgedragen zijn vierde gedeelte van 30 stuivers jaarlijks die hij gelden
heeft aan pand van Thes Jacops erfgenamen te Scuolen gelegen voor 5
rynsgulden eens Brabants (de carolusgulden aan 21 stuivers, de philipsgulden
aan 26 stuivers, de stuiver voor 3 placken Brabants). Jan Clocluyers werd erin
gegicht en gegoed met recht.
1538, 07 maart.
Folio 19
Jan Postelmans
alias Wilboerts heeft opgedragen een stuk erf te Castel gelegen, geheten
'Ariaen Duncops Dries', grenzend de kinderen van Vouter Tielens 1), Jan
Lokermans 2), Wouter Clerx 3) voor 15 rinsgulden boven de lasten die eraan
uitgaan. Henric Kenens werd erin gegicht en gegoed met recht. Jan staat garant met
al zijn andere Loonse goederen voor het geval dat Henric last zou krijgen
betreffende deze verkoop.
1538, 07 maart.
Folio 19
Jan Van Postel
van Coursel heeft opgedragen een bempt geheten 'den Diepenbempt' voor 3
rinsgulden eens boven de uitgaande lasten eraan staand. Dat is 4 mud rogge
jaarlijks aan Wouter Nelis. Opgedragen tot behoef van Jan Vogelers, die erin
gegicht werd met recht.
538, 04 april. Folio
23
Peter Meyen
heeft opgedragen een stuk erf of bos te Castel gelegen, grenzend Jan Lokermans
1), Henric Kenens 2), tot behoef van Jan Wilboerts. Op 2 mei van dit jaar kwam
Jan Wilboerts en hij heeft de gichte ontvangen uit handen van de meier en hij werd
erin gegicht met recht.
1538, 04 april.
Folio 24
Peter Smets van
Coersel zoon van Jan Smets heeft opgedragen met zijn wettige huisvrouw de helft
van 30 stuivers jaarlijks staande aan pand van Aert Peter Oems voor 14
rinsgulden tot behoef van Gowaert Brucmans, zijn zwager, die ter gichte kwam
met recht.
1538, 02 mei.
Folio 25
Jan Wilboerts
van Coersel heeft opgedragen een bloeck te Coersel gelegen, geheten 'den
Choermans Hoeff', grenzend Jan Lokermans 1), Wouter Tielens kinderen 2), als
een onderpand voor de gicht en koop die hij aan Pauls Van Hout in de laethoeff
te Coersel gedaan en gegicht heeft. Pauls Van Hout werd erin gegicht met recht
als een onderpand.
1538, 02 mei.
Folio 25
De kinderen van
Wilhem Swerts. Mari Swerts van Diest heeft ontvangen voor haar en voor Anna,
Clere (?) en Gertruyt de goederen die hen verstorven zijn na de dood van hun
ouders. Ze werden erin gegicht met recht.
1538, 16 mei.
Folio 27
Aert Loes wonend
te Mallecom in Vlaenderen, geboren te Hechtel, heeft zijn hele kindsgedeelte,
dat hem aangekomen is vanwege zijn ouders en onder deze bank gelegen,
opgedragen tot behoef van Henric This voor 40 rinsgulden Diester 'paye'. Peter
This zoon van Henrick This kwam tot behoef van zijn vader ter gichte met recht.
1538, 16 mei.
Folio 27
Ghorys Yueten
van Hechtel heeft voor en tot behoef van zijn kinderen Jan, Henric, Claes,
Lisbeth, Chaeryn en Marike de goederen ontvangen die hen verstorven zijn na de
dood van hun oom Claes Meynen. Ze werden erin gegicht met recht.
1538, 15 juni.
Folio 29
Ghielis Coex
heeft opgedragen een stuk land geheten 'Custers Bloeck' gelegen te Scuelen,
palend 'dije Custers Straet' op twee zijden, Jan Sijbens O, en Lieben Merhouts
4), voor 100 rinsgulden gevalueerd geld en 35 rinsgulden Brabants boven lasten
en pontpenningen. Enkel belast met grondcijns. Opgedragen tot behoef van Claes
Vanden Roeye, die erin gegicht werd met recht. Chatlijn Joes, de huisvrouw van
Ghielis Coex, heeft met deze gicht ingestemd. Lijcop nae lantcoep met 2,5
stuivers goidspenninck.
1538, 27 juni.
Folio 29v
Mathis Vaes van
Coersel heeft opgedragen een stuk broek geheten 'dye Stoeck' tot behoef van
Henrick Huben als 'naeder gebloet'. Mathis had dit goed binnen het jaar gekocht
van Henrick Huben. Henrick is ter gichte gekomen met recht.
1538, 05
september. Folio 33v
Peter Broxmans
van Coersel heeft al zijn Loonse goederen opgedragen als pand voor een vaet
koren jaarlijks, met valdag op datum van gichten, tot behoef van Anna Van
Ruberge. Anna is ertoe gekomen met recht. Indien Peter of zijn erfgenamen de
twee vaten willen afleggen, kunnen ze dat doen met 5 rinsgulden (de
carolusgulden aan 21 stuivers).
Op 10 mei 1571
heeft Wouter Hoeffmans in de naam van Jan Vaes deze panden gekweten, bekennend
dat het kapitaal en alle restanten voldaan zijn. Loych Coenen is ter gichte
gekomen.
1538, 19
september. Folio 34v
Peter Cremers
heeft een stuk erf opgedragen, gelegen op 'die Scrycheij', palend Marten Buysen
1), Gilis Scrijcx 2) en de gemeijn heide 3), als een pand voor een half mudde
rogge jaarlijks. Opgedragen voor 12,5 rinsgulden Brabants 'Diester paijen' tot
behoef van Marie Nijs die ter gichte is gekomen met recht. Voorwaarde is dat
elke halster zal mogen betaald worden met goede harde rogge of met 5 stuivers.
Valdag is jaarlijks op Sinte Lambrechtsdag.
1570 op 7
december heeft Maria Nijs met haar wettige momber Kerst Vanden Put dit pand
gekweten van de halve mudde rogge jaarlijks en Jan Reyners is tot behoef van de
kinderen van Gerets Scricx tot de gichte gekomen.
Marge: Geert Vanden
Putte heeft dit geld aangeslagen en verpand, gelijk men vinden zal op 7
december 1570.
1538, 19
september. Folio 34v
Remeijs Miwis
met zijn huisvrouw Cornilis Clocluijers hebben opgedragen hun gedeelte van 30
stuivers jaarlijks die ze gelden hebben aan pand van Thijs Jacops van Scuelen
voor 5 rinsgulden en 5 stuivers Brabants gevalueerd geld. Opgedragen tot behoef
van Jan Clocluijers die tot de gichte is gekomen met alle manieren van recht.
1538, 26
september. Folio 35
Peter Newe der
Jonghe meier van de heer van Lummen heeft in de naam van de heer geleytenis
genomen van de goederen van Peter Castelmans te Coersel gelegen, volgens de
compositie en de gelofte die eerder gebeurd zijn. Er werd hem rijs en hout
geleverd en hij is tot de gichte gekomen. Er werd 'gewalt gewesen ende
gesclagen' op 7 stuivers 'ende is gepurgeert'.
1538, 03 oktober.
Folio 36
Brigida Tax
heeft met haar geleverde momber Peter Kenens opgedragen haar tocht van haar
Loonse goederen aan haar zoon Jan toebehorend. Haar zoon Jan Wijnen is hiermee
tot tocht en erve gekomen met recht.
Nu tocht en erve
vergaderd zijn, heeft Jan Wijnen de goederen opgedragen die hij hiervoor
ontvangen heeft. Dat gaat om een Loonse plaats met een schuur zoals door de
heer gepaald is, grenzend Brabans N en Z. Opgedragen voor 4 rinsgulden tot
behoef van Michiel Goens van 'Helterren', die ter gichte is gekomen met recht.
1538, 14
november. Folio 38v
Jan Vrancken
heeft opgedragen een stukje land gelegen op 'die Scryck Heije', palend Jan
Binnemans 1), Peter Cremers 2), tot behoef van Jan Van Postel alias Wilbarts
voor een 'busken' (bosje) gelegen in Castel, palend Heyn Kenens 1), Heil
Blueckmans 2), in ruil zonder elkaar iets toe te geven. Jan van Postel is tot
dde gichte gekomen met recht.
Jan van Postel
heeft heeft het bosje ook opgedragen en Jan Vrancken is ertoe gekomen volgens
hun ruil voorschreven.
1538, 28
november. Folio 41
Jan Opt Straet
heeft opgedragen huis en hof met de beemd in Coersel aan elkaar gelegen, palend
Jan Goyens 1), Willem Goeijens en sheren straet op twee zijden. Opgedragen tot
behoef van zijn broer Peter Op Straet voor het kindsgedeelte van Peter dat ter
Brabantse aarde sorteert voor het grootste gedeelte. Ze geven elkaar niets toe.
Peter is ertoe gekomen met recht.
1538, 28
november. Folio 41
Marie Opt Straet
met haar geleverde momber Peter Kenens heeft opgedragen haar tocht van al haar
goederen die hier hoven tot behoef van haar zoon Peter, voor zover zijn
kindsgedeelte reikt. Peter Opt Straet is hiermee tot tocht en erve gekomen met
alle vormen van recht.
Nu tocht en erf
samen zijn, heeft Peter zijn kindsgedeelte opgedragen tot behoef van Jan Opt
Straet die tot de gichte is gekomen.
1538, 12
december. Folio 41v
De Hof Vanden
Dyck.
De meier en
laten van de Hoef Vanden Dyck hebben aangebracht dat vandaag voor hen als
gerecht Jan Van Cleve heeft opgedragen de jaarlijkse en erfelijke rente die hij
gelden heeft aan 'den Caetsen Beempt' toebehorend aan Goris Snijers kinderen in
Scuelen gelegen, als pand voor 2 mudde koren Diester maat en Diester pacht.
Deze moeten altijd in Diest of Halen geleverd worden waar het de koper belieft.
Opgedragen tot behoef van Herbericht en Kaerle Vanden Putte, broers, voor 50
rinsgulden Brabants gevalueerd geld (philipsgulden voor 25 stuivers,
karolusgulden voor 20 stuivers, stuivers voor 3 placken Brabants). Te kwijten
met dezelfde som en met een ongevallen pacht. Kaerle kwam voor hem en voor
Herbericht ter gichte met recht. Voorwaarde is dat Jan of zijn nakomelingen dit
koren mogen betalen elke halster met 5 stuivers Brabants of met goede harde
rogge. Tevens is voorwaarde dat Dijonijs Diricx en zijn huisvrouw Martijne
Vreven deze rente hun levenlang gebruiken zullen en in de tocht zullen blijven.
Valdag zal zijn op Sint-Andriesmisse. Jan stond aan de broers een gezegelde
brief toe.
1538, 12
december. Folio 43v
Mathijs Tijs
heeft opgedragen zijn tocht van huis en hof te Scuelen gelegen, grenzend sheren
straet 1), Art Princen 2) en Jan Aelen erfgenamen 3), tot behoef van zijn twee
kinderen Art en Magriet. Tevens afstand van tocht van een stuk op 'den Meer'
gelegen, palend Herman Borgelins 1), Jan Van Neercosen 2), Jan Scurmans 3).
Aert en Magriet zijn ter gichte gekomen met recht van tocht en 'erflicheit'.
Dadelijk hierna
nu tocht en erve samen zijn, kwamen Art Thijs en Grietke Thijs met haar
geleverde momber Mathijs Tijs en ze hebben het voorschreven goed opgedragen als
pand voor een mudde rogge jaarlijks met valdag op Sinte Andriesmisse.
Opgedragen voor 24 rinsgulden Brabants lopend geld (cronen 2 rinsgulden) tot
behoef van Tielman IJliaes die met alle manieren van recht ter gichte is
gekomen op voorwaarde dat deze rente zal afgelegd worden met dergelijk geld en
met een ongevallen pacht.
4 oktober 1554
heeft Tielman van Scoenbeeck met zijn huisvrouw Maria het voorschreven mud
rogge opgedragen tot behoef van Jan Beckers en ze kwijten hem en zijn panden
van het voorschreven mud rogge. Al het kapitaal en al de restanten werden
betaald.
1538, 12
december. Folio 44
Jan Philips van
Wijer heeft ontvangen de goederen die hem aangestorven zijn na de dood van
Lijske Lenarts zaliger. Omdat het meer dan 40 dagen geleden is, krgijt hij 1
boete.
1539, 09
januari. Op jaergedinghe. Folio 45
Peter Busselkens
heeft opgedragen huis en hof gelegen op Scurmans Eynde, grenzend de gemeyn
straet op twee zijden, Beatrix Stappers 3), als een pand voor een half mud
rogge jaarlijks met valdag op 'derthienmisse'. Hij heeft ervoor ontvangen de
som van 12,5 rinsgulden Diester 'paye' (de carolusgulden 21 stuivers, de
philipsgulden 26 stuivers, de croen 2 rinsgulden en de erarduspenninck 3
stuivers min 1 oort). Te kwijten met gelijk geld. Opgedragen tot behoef van
heer Barthelmeus van Dornick die erin gegicht werd met recht.
1539, 09 januari.
Op jaergedinghe. Folio 45v
Henric Vernijen
alias Vander Eycken heeft opgedragen huis en hof in Scholen gelegen, palend
Peter Baerts kinderen O, de gemeyn straet 2), als een pand voor een half mud
rogge jaarlijks, vallend te derthiemisse. Te kwijten met 12 rinsgulden
eens (de carolusgulden aan 21 stuivers, de croen 2 rinsgulden, de halve reael
32 stuivers, de erarduspenninck een oort minder dan 3 stuivers). Henrick heeft
het opgedragen tot behoef van Jorijs Kelberchs die erin gegicht werd met recht.
1539, 09
januari. Op jaergedinghe. Folio 45v
Jorys Vernijen
heeft opgedragen een stuk broek gelegen in her Lowichs Bampt, grenzend Reyner
Vellers kinderen 1), Ghert Coex 2), voor de som van 35 rinsgulden Brabants geld
Diester paije (de carolusgulden 21 stuivers, de gouden gulden 31 stuivers, de
croen 2 rinsgulden). Henrick Vernyen werd erin gegicht en gegoed met recht.
1539, 09
januari. Op jaergedinghe. Folio 46
Jan Vilboerts
heeft opgedragen het hoefke dat hij ontvangen heeft met gichte van Jan
Vrancken, gelegen op 'den Scriex', palend des heren straet 1), Peter Cremers 2)
en Merten Buysen 3), voor 6,5 rinsgulden Diester paye. Frans Vaes is erin
gegicht en gegoed met recht.
1539, 09
januari. Op jaergedinghe. Folio 46
Jan Bosmans als
momber van zijn huisvrouw Lisbeth Sclegers en Ghert Vanden Venne als momber van
zijn huisvrouw Anna Sclegers hebben de goederen ontvangen die hen verstorven
zijn na de dood van Chatlijn Vander Eycken. Ze zijn erin gegicht en gegoed met
recht.
1539, 09
januari. Op jaergedinghe. Folio 46
Mari Hoemans van
Coersel en haar dochters Brigida en Mari hebben een momber begeerd. Hen werd
Peter Kenens geleverd met alle punten van recht.
Mari
voorschreven heeft opgedragen met haar momber Peter Kenens de tocht die zij
heeft van een bempt geheten 'den Buscop' en nog van 1 rinsgulden die zij gelden
heeft aan pand van Henrick Hoemans kinderen. De kinderen zijn hiermee tot tocht
en erf gekomen, namelijk Vouter, Aert, Adriaen, Anthonis, Christijn, Brigida en
Mari.
Nu tocht en erve
vergaderd zijn, kwamen Vouter, Aert, Adriaen, Cristijn met haar wettige momber
Gielis Janen, Brigida en Mari voorschreven met hun geleverde momber Peter
Kenens en ze hebben een bempt opgedragen geheten 'den Buetscop', grenzend
Henrick Gheerts kinderen O, Jan Aerts kinderen W, des heeren straet Z en de
heithoeve van de kinderen N, voor de lasten die eraan staan. Deze lasten zijn
aan Bastiaen Van Beveren drie mud rogge jaarlijks, aan Gorys Van Erwich 'hun
coepman' 1 mud rogge en 1 rinsgulden jaarlijks. Opgedragen tot behoef van Gorys
van Eerwich voor 1 rinsgulden eens te geven. Gorys werd erin gegicht met alle
vormen van recht. Vouter en Gielis beloofden aan Gorys dat ze ook Anthonis en
hun zuster Anna zullen laten komen om met deze gicht in te stemmen als ze
mondig zijn. Nadien zal Gorys hun andere Loonse goederen die pand zijn van de
lasten kwijten.
Op 8 januari
1540 kwam Gorys van Eerwich en hij heeft naderschap bekend aan Henrick Vanden
Put en Gorys heeft hem de bempt overgegicht. Henrick kwam ter gichte met recht.
1539, 09 januari.
Op jaergedinghe. Folio 46v
Vouter, Aert,
Adrien en Gielis Janen met zijn huisvrouw Christijn, Brigida en Mari met haar
geleverde momber Peter Kenens hebben opgedragen 1 rinsgulden jaarlijks
voorschreven staande aan pand van de kinderen van Henrick Hoemans tot behoef
van Sebastiaen van Beveren voor 20 rinsgulden eens. Bastiaen werd erin gegicht
met recht. Dat pand werd aan de kinderen van Henrick Hoemans gelaten via het
testament van Jueten Hoemans dat geproefd werd op 4 november 1529 door Henrick
Hoemans.
1539, 09
januari. Op jaergedinghe. Folio 47
Pauls Jorys
heeft opgedragen de 7,5 stuivers die hij gelden heeft aan pand van de
erfgenamen van Mathis Jacops in Scholen gelegen tot behoef van Jan Van Vinnen
alias Clockluyers voor 5,5 rinsgulden eens Diester paye. Jan Clockluyers werd
erin gegicht en gegoed met alle vormen van recht.
1539, 23
januari. Folio 48
Peter Kenens als
momber van de vroegmis van Coersel heeft opgedragen de stukken broek, die
vroeger volgens hun register aan de vroegmis werden gelaten door Jan Lijnen,
met 1 penninck grondcijns. Jaarlijks moet Jan Voegelers van Coersel daarvoor 27
stuivers betalen. In dezelfde koop gaan nog goederen onder Coersel gelegen die
sorteren in 'den hoeff van Everbode'. Jan Voegelers kwam ter gichte met recht,
volgens de onderstaande proclamatie. Voor deze proclamatie werd ruimte
vrijgehouden, maar ze werd niet genoteerd.
1539, 23
januari. Folio 49
Reyner Scurmans
heeft ontvangen de goederen die hem als momber van zijn huisvrouw en ook aan
Mari Claes de zuster van zijn huisvrouw zijn toegevallen na de dood van Ghielis
Claes. Ze zijn erin gegicht en gegoed met recht.
1539, 30
januari. Folio 49v
Magriet IJen,
dochter van Peter IJen, heeft een momber begeerd. Haar werd Peter Kenens met
alle formaliteiten van recht geleverd.
Magriet
voorschreven heeft met haar geleverde momber Peter Kenens opgedragen haar
gedeelte van een bempt gelegen in Oversel, namelijk het vijfde deel. De bempt
grenst Pauwels Beckers 1), Gheret Van Briel 2), tot behoef van haar broer
Gheret voor 15 rinsgulden Diester paije (de carolusgulden voor 21 stuivers, de
goudgulden 31 stuivers). Gheret is ter gichte gekomen met recht.
1539, 06
februari. Folio 50
Jan Smets van
Coersel heeft opgedragen zijn tocht tot behoef van zijn kinderen Rener, Peter,
Heylwich, Anna, Chatlijn, Mari en de kinderen van Cristijn namelijk Peter en
Jan. De kinderen zijn hiermee tot tocht en erve gekomen op voorwaarde dat ze
aan Jan jaarlijks de tocht en trek geven van 5 rinsgulden jaarlijks Diester
paije. Als ze hem niet binnen het jaar betalen, dan zal hij hun gedeelte
aanvaarden om tot zijn volle betaling te komen.
Nu tocht en erve
vergaderd zijn, kwamen de kinderen voorschreven en ze hebben afstand gedaan van
hun recht op elkaars deel van hun deling, hierna volgend.
Aen Reyner is
gevallen 'den aenseel' in Coersel gelegen met de halve 'hoeve' en met de
lasten, 'de Mathis Heyde' en de wijers van Everbode en nog 4 rinsgulden eens
aan Jannes.
Aan Peter is
gevallen de halve 'Boven Bloeck' met de last en het voorste 'Groet Broeck' met
het halve 'toerff broeck' en nog 5 rinsgulden aan Jan Leysen.
Pauwels Vrancken
met zijn huisvrouw Heywich hebben voor hun kindsgedeelte 'dat Achterste Gesuer'
en daarvan geeft hij 5 rinsgulden eens aan de kinderen van Dries (Paelmans).
Jannes Smets
alias Wils als man en momber van Chatlijne Smets is gevallen 'den Achtersten'
Rusenbempt' en hij heeft nog van Paul Vrancken 30 rinsgulden ontvangen. En nog
voor Jan Smets kaveling van Linchout 'dat Voerste 'Gesuer' dat hij vroeger van
hem gekocht had en 'sijn vvaren ende drijven van advincula Petry tot haeff
meye' door het voorschreven 'Groet Broeck'.
Aan Berthelmeus
Tielens met zijn wettige huisvrouw Mari Smets is als kavel gevallen 'den
Voersten Rusenbampt' en hij heeft nog van Pauwels Vrancken voorschreven 25
rinsgulden ontvangen.
Jan Kenens met
zijn huisvrouw Anna Smets is gevallen 'dat haelff Boven Bloeck' met de halve
last en 'dat Achterste Groet Broeck' en 'dat haelff toerf broeck gingher
boven'.
Aan de kinderen
van Cristijn is gevallen in deling, omdat het goed gedeeld was tijdens haar
leven en dat van haar wettige man Andries Paelmans, 'den Langen Bampt', 12
rinsgulden van Pauwels Vrancken, nog aan Peter Smets en Jan Leysen alias Kenens
als momber van zijn huisvrouw 5 rinsgulden eens. De kinderen behouden hun weg
door 'dat Achterste Groet Bloeck' van 'ad vincula Petri' tot half mei toe.
Omdat deze twee kinderen Peter en Jan onmondig waren, kwamen Andries
Paelmans, vader van de kinderen, en Wilhem Heyluwen als oom en naaste
erfgenamen van vaderszijde en Jan In Broeck als erfgenaam van moeders zijde en
ze hebben erkend dat deze kaveling gebeurd is toen ze in hun volle stoel zaten
(gehuwd waren, beiden levend). Ze bekennen tevens dat deze kinderen niet
misdeeld zijn volgens hun beste kunnen.
De partijen
hebben afstand gedaan van hun rechten op elkaars deel zoals voorschreven is met
hun mombers. Jannes Smets beloofde zijn huisvrouw in te brengen om in te
stemmen. Voorwaarde is dat indien iemand enige hinder ondervond vanwege deze
kavel zonder hun toedoen, dan zullen ze de last gelijk dragen. Op verzoek van
de partijen zullen ze elkaar voldoen voor alle banken waar grond en goed
gelegen is.
Op 26 april 1540
kwam Chatrina de huisvrouw van Jannes Smets voorschreven en ze heeft de
voorschreven overeenkomst door haar man gedaan van waarde gehouden.
1539, 06
februari. Folio 52
Jan Plissis van
Beringen heeft opgedragen een stuk land gelegen in 'dye Heeghe', grenzend 'des
Hagboss' 1), Jannes Wigghers 2), tot behoef van Berthelmeus Van Hamel in ruil
voor een stuk land gelegen onder Beringhen. Berthelmeus werd erin gegicht en
gegoed met recht.
1539, 06
februari. Folio 52
Ida Op Straet
met haar geleverde momber Peter Kenens heeft opgedragen haar tocht van een stuk
land gelegen in 'Boven Bloeck' tot behoef van haar zoon Henrick, die hiermee
tot tocht en erve is gekomen van zijn kindsgedeelte van het land.
Nu tocht en erve
samen zijn heeft Henrick voorschreven het stuk land voor 46 rinsgulden Diester
paije opgedragen tot behoef van Merten tSoghen, die erin gegicht werd met
recht.
1539, 06
februari. Folio 52v
Jan Moens heeft
met instemming en bijzijn van de familie met Dijonijs Moens het kindsgedeelte
gedeeld. Dijonijs is tochter en zijn kinderen zijn onmondig en daarom heeft Jan
aan Dijonijs en zijn kinderen de keuze gegeven. Dijonijs heeft gekozen met raad
van zijn familie de tweede kavel: 'den Paelmans Bampt' en de bampt in Castel en
drie voorste bloken van de Lanck Stucken.
Jan heeft voor
zijn kindsgedeelte 'den Oerrewaren' met de twee achterste bloken te Castel
gelegen en met de halve cijns.
Daarna hebben
Dyonis en Peter Smets als vrienden vanwege Dyonis en Thielman van Heerl als oom
van moeders zijde verklaard, in plaats van eed, dat volgens hun beste kunnen de
kinderen niet misdeeld zijn en dat ze afstand doen van hun rechten op de deling
van Jan als mombers. Jan deed afstand van het gedeelte van de kinderen.
1539, 20
februari. Folio 53
De kinderen van
Peter Maech van Coersel.
Michiel Maech
heeft ontvangen voor hem en voor Jan en Heylwich Maech de goederen die hen
verstorven zijn na de dood van hun ouders. Ze zijn ertoe gekomen met recht.
1539, 20
februari. Folio 53
Jan Wellens van
Hechtel heeft ontvangen de goederen die hem verstorven zijn na de dood van zijn
broer Dionijs. Hij werd erin gegicht met recht.
1539, 20
februari. Folio 53v
Jan Joes der
Jonghe heeft opgedragen twee percelen broek, zijn gedeelte. De eerste grenzend
Gheret Stappers 1), Jan Pouwels 2), 'die Voerste Laeck' 3). De tweede grenst
Jan Hoens 1), 'die Backhuys VVoert' 2). Opgedragen voor 40 rinsgulden Brabants
Diester paije boven de lasten die eruit gaan (de carolusgulden 21 stuivers, die
sonnen croen 2 rinsgulden). Heer Baerthelmeus van Dornick werd erin gegicht en
gegoed met recht.
Deze renten gaan
jaarlijks uit dit goed in het geheel: 2 rinsgulden aan de kerk van Lumpmen, 8
auwe groet te Herckenroeij, 5 stuivers jaarlijks aan Lemmens Joes, noch 3,5
stuivers 'ter brantschettinghe'.
In 1539 op 8 mei
kwam Jan Joes der Auwe en hij wenste deze koop te vernaderen. Heer Barthelmeus
heeft hem deze naderschap bekend en zich ontgicht. Jan is ter gichte gekomen
met recht.
1539, 20 februari.
Folio 54
Jan Luyten heeft
opgedragen een stuk land geheten 'den Dries', grenzend Jan Vernijen 1), Aert
Meukens 2) en de gemeyn steghe 3), voor 17 rinsgulden Brabants geld (de
carolusgulden 21 stuivers, de sonne croen 2 rinsgulden). Jan Vernijen is ter
gichte gekomen met recht.
1539, 06 maart.
Folio 55v
Elisabeth Van
Heyst heeft opgedragen met haar geleverde momber Peter Kenens haar tocht van
een bempt in Oversel gelegen tot behoef van haar dochter Anna. Hij grenst Iken
Huben en Peter Jans 1), Mathis Eermen 2) en Jan Cnaep 3). Anna is hiermee tot
tocht en erve gekomen om daar 1 rinsgulden op te zetten maar niet meer.
Nu tocht en erf
samen zijn, kwam Aert Fiers met zijn wettige huisvrouw Anna Van Heyst en hij
heeft het stuk broek opgedragen als een pand voor 1 rinsgulden jaarlijks met
valdag op datum van gichten tot behoef van Jan Cnaep van Coersel. Jan werd erin
gegicht en gegoed met recht. Indien Aert of zijn erfgenamen deze rinsgulden
willen afleggen mogen ze dat doen met 18 rinsgulden Brabants Diester paije (de
carolusgulden 21 stuivers, de philipsgulden 26 stuivers, die sonne croen 2
rinsgulden).
1539, 06 maart.
Folio 56
Heylwich
Roesboems met haar geleverde momber Peter Kenens heeft opgedragen haar tocht
van haar Loonse goederen tot behoef van haar kinderen Jan en Anna, die hiermee
tot tocht en erve gekomen zijn.
Nu tocht en erf
samen zijn, kwamen Jan Roesboems en Anna Roesboems met haar geleverde momber
Peter Kenens en hebben opgedragen een stuk broek genaamd 'den Viers Hoff',
grenzend Digna SDoven kinderen 1), des heren straet op twee zijden en 'dat
Roecken' 4), voor 105 rinsgulden voor wat hier sorteert. Waarde van de munten: de
philipsgulden 26 stuivers, de goutgulden 31 stuivers, die croen 2 rinsgulden.
Opgedragen tot behoef van Jan Van Ham, die erin gegicht en gegoed werd met
recht.
Jan en Anna met
haar momber hebben beloofd omdat hun broer Bric... buiten het land is, dat hij
als hij binnen het land zal komen, zal komen zijn kindsgedeelte overgichten
gelijk zij gedaan hebben. Ze staan ervoor garant met hun andere Loonse
goederen. Voorwaarde is dat Jan van Ham hen zal geven om af te leggen 3 mud
rogge hoetpenningen en 11 stuivers jaarlijks aan de kerk van Coersel, zoals
deze verbonden staan (3 mud en 10 stuivers) en het ander geld zoals
voorschreven staat. Jan en Anna hebben vervolgens hun moeder weer in haar tocht
gezet.
1539, 06 maart.
Folio 57
Govaert Op die
Hoeve met zijn huisvrouw Aleyt Joes hebben opgedragen een hof gelegen achter
Gorys Snyders in Scholen, 2,5 vat zaaiens groot, grenzend de gemeyn straet op
twee zijden, Gorys Snyders 3) en de kinderen van Lenaert Van Gelmen 4), als een
pand voor een half mud rogge Diesters met valdag op Lichtmisse. Opgedragen tot
behoef van heer Govaert Snoex. De halster jaarlijks te betalen met 4,5 stuivers
Brabants. Te kwijten met 13 carolusgulden of 21 stuivers voor de carolusgulden.
Heer Govaert werd erin gegicht met recht.
Op 14 september
1559 kwam meester Dierick de Wuest en hij heeft de bovengeschreven panden
gekweten van het half mud rogge jaarlijks. Hij ontving de hoetpenningen en alle
restanten. Lambrecht Joes is tot de gichte gekomen.
1539, 20 maart.
Folio 59
Peter Kenens
heeft ontvangen voor Gertruijt Wijnen de goederen die haar verstorven zijn na
de dood van haar ouders en Peter is tot behoef van Gertruyt ter gichte gekomen
met recht.
1539, 20 maart.
Folio 59
Heer Hubrecht
Claes met zijn geleverde momber Peter Neven der Jonge heeft opgedragen twee
percelen heide gelegen te Thienwinckel, geheten 'die Roenyen'(?), grenzend 'die
gemeyn heyde' 1), Peter Van Hamel 2) voor een ruil met een bempt gelegen onder
Styvoert, geheten 'den Wolkerbampt' en nog 15 stuivers jaarlijks aan 'dat
panhuys' geheten 'den Anthonis Gelege', grenzend de kerk van Beerbroeck.
Opgedragen tot behoef van Ghert Claes die ter gichte is gekomen met recht.
1539, 20 maart.
Folio 60v
Mathis Moens van
Hoesden heeft opgedragen een stukje broek gelegen in Oversel, grenzend Jan
Vitters op twee zijden, voor 20 rynsgulden Diester paije, tot behoef van Jan
Vitters. Jan is ter gichte gekomen met recht.
1539, 20 maart.
Folio 60v
Jan Scuremans(?)
heeft opgedragen huis en hof gelegen te Scholen op die Stap, palend des heren
straet op twee zijden, Jan Luycx 3), tot behoef van Sijmoen Droechmans voor 110
rinsgulden Diester paije. Sijmoen blijft voor 90 rinsgulden 4,5 rinsgulden
jaarlijks betalen, die hij met 20 rinsgulden per keer kan afleggen. Valdag
jaarlijks op Sint Jacopsmisse en voor het eerst in 1540. Symoen werd erin
gegicht en gegoed met recht.
1539, 17 april.
Folio 61v
Jan Coex heeft
opgedragen de tocht die hij heeft van een eusel in Castel onder Coersel gelegen
tot behoef van zijn twee kinderen. Vouter Clerx kwam tot tocht en erf tot
behoef van de kinderen Ghielis en Chatlyn met alle vormen van recht.
Nu tocht en erf
samen zijn, kwam Vouter voorschreven en hij heeft bekend dat hij dit
voorschreven euwit heeft verkocht tot behoef van Frans Rutten voor 2,5
rinsgulden jaarlijks met valdag op Sint-Jorisdag. Het euwit grenst O Jan
Voegelers en W Frans Rutten. Frans is ter gichte gekomen met recht op
voorwaarde dat Frans als een onderpand het stuk land genaamd 'dat Lanck Stuck'
heeft opgedragen, dat paalt W Jan van Coersel en Frans Rutten zelf O. Het moet
garant staan voor de kinderen voor het geval dat het euwit onvoldoende waarborg
biedt voor de kinderen dat ze ze alle twee kunnen 'belien'. Jan Coex en Wouter
Clerx hebben aan Frans beloofd dat ze de twee kinderen voor het recht zullen
brengen om met deze gichte in te stemmen en dat ze tevens instaan voor alle
problemen die hem hierdoor eventueel mochten overkomen. Als Frans of zijn
erfgenamen deze 2,5 rinsgulden voorschreven willen afleggen, mogen ze dat doen
met 50 rinsgulden Brabants Diester paije die in die tijd gangbaar zijn.
1539, 17 april.
Folio 64
Gherit Pijls
heeft bekend dat hij in erfcijns uitgenomen heeft van Jorys Vander Eycken een
huis en hof aan 'die Hagels VVoert' gelegen, grenzend 'die Beerbboss
stege' 1), Reyner Coenaerts erfgenamen 2), voor 35 stuivers erfelijk. Voor
onderpand geeft hij 10 rinsgulden. Gherit heeft daarvan de gichte opgedragen
tot behoef van Jorys voorschreven, die ter gichte is gekomen met recht.
1539, 08 mei.
Folio 67
This Rutten
heeft opgedragen zijn gedeelte, het zesde, van een eusel gelegen in Oversel,
geheten 'die Donck', grenzend de beek 1), Danel Wouters zoon van Jan Mekens 2),
tot behoef van Jan Ruttens voor 35 stuivers eens boven pontpenningen en lasten.
Jan Ruttens is ter gichte gekomen met recht.
1539, 08 mei.
Folio 67v
Heer Anthonis
Nijs alias Hoefmans heeft opgedragen zijn gedeelte van de bempt gelegen in
Coersel, namelijk het derdedeel, palend Aert Hagendoeren 1), de kinderen van
Peter Cornelis 2), de beek 3), tot behoef van Jan Cnaep van Coersel voor 50
rinsgulden Diester payen (de carolusgulden 21 stuivers, de philipsgulden 26
stuiver, die sonne crone 2 rinsgulden). Na afstand door heer Anthonis met zijn
momber Peter Kenens kwam Jan Cnaep ter gichte met recht.
Op 29 april 1540
bekende Jan Cnaep de naderschap van deze koop aan Ffranck Smets en hij heeft
zich ontgicht. Ffranck kwam ter gichte als man en momber van zijn huisvrouw
Mari Jorys met recht.
Op 17 februari
1541 kwamen Peter Jans met zijn huisvrouw Anna Jorijs, Henrick Vanden Put met
zijn huisvrouw Chatlijn, Peter Jorys, Mathis Jorijs, Cristijn Jorys met haar
geleverde momber Peter Jans en Dieli Jorys met haar geleverde momber Peter Jans
en ze hebben ingestemd met de voorschreven vernadering omdat Mary Jorys wettige
huisvrouw van Vranck Smets samen de goederen verkregen hadden die Jan Cnaep van
heer Anthonis Nys gekocht had en ook van Henrick Struvens zoals zal blijken op
22 mei 1539(folio 71). Het geld hiervoor ontleenden Mari en Vranck aan
goede vrienden omdat ze de hele bempt wilden betalen. De familie zal er nooit
nog over spreken.
1539, 08 mei.
Folio 69
Jan Goens van
Coersel heeft opgedragen zijn gedeelte van 'den Loelen', het derdedeel, en het
derdedeel van 'den Lanck Vonderken' en het derdedeel van 'den Chocht Ewet' tot
behoef van Jan Cnaep, volgens voorwaarden tussen hen eerder gesloten. Goens
doet er afstand van volgens de inhoud van hun deling.
1539, 22 mei.
Genachtendag. Folio 69v
Agnees
Riensclegers(?) heeft met haar geleverde momber opgedragen haar tocht van een
mud rogge jaarlijks, staande aan Jan Loebos pand dat toebehoord heeft aan Aert
Stappers. Dat gaat om huis en hof in Schulen gelegen. Opgedragen tot behoef van
haar dochter Genneke Couteyels, die hiermee tot tocht en erf is gekomen en ook
met de restanten.
1539, 22 mei.
Genachtendag. Folio 69v
Henrick Vaes
heeft opgedragen zijn huis en hof te Coersel gelegen 'bij nae die keerck',
grenzend des heren straet op twee zijden, Jan Vaes 3), tot behoef van heer Jan
Nielens voor 88 rinsgulden 13 stuivers en 16 groet Diester paeije boven de
aanstaande lasten (de carolusgulden 21 stuivers, de philipsgulden 26,5
stuivers, de soenne crone 38 stuivers, de stuiver voor 3 placken Brabants
gerekend). Heer Jan is ter gichte gekomen van de voorschreven hoeve en ook van
de bempden op die Briedonck gelegen. Henrick heeft deze ook mee verkocht. Heer
Jan is ter gichte gekomen met recht.
26 juni 1539
kwam heer Jan Nielens met zijn geleverde momber Peter Kenens en hij heeft de
naderschap van deze koop bekend aan heer Henrick Kenens, die erin gegicht werd
op 21 mei 1540.
1539, 22 mei.
Genachtendag. Folio 70
Liebrecht Criten
heeft opgedragen twee percelen van een bos. Het ene ligt aan de boom en grenst
de boom 1), Peter Latbouwers 2). Het ander bosje is gelegen aan 'die Padde
Poels Strate', palend de heren van Ruermunde 1), Gielis Coex 2). Opgedragen tot
behoef van Lambrecht Op die Hove voor de cijns die Liebrecht daaruit geldt aan
Barthelmeus 'gelaesmeker' van Sint Truyen. Liebrecht heeft er afstand van
gedaan met recht. Lambrecht is ter gichte gekomen met recht. Lambrecht belooft
aan Lieben dat hij binnen het jaar zijn pand zal lossen.
1539, 22 mei.
Genachtendag. Folio 70v
Vranck Maech
alias Conen met zijn wettige huisvrouw Heylwich Maech hebben opgedragen hun
Loonse goederen onder Coersel gelegen, palend huis en hof 1) Michiel Maech,
Chatlijn Gheerts 2) en Jan Maris Z. Het land 'op tvelt' grenst Jan Maech 1),
Ghiel Maech 2). De beemd genaamd 'dat Lanck Vonderken' grenst Jan Maech 1),
Ghiel Maech 2). Alles wordt opgedragen als een pand voor 2 mud rogge jaarlijks
Diester paije, in Diest te leveren kosteloos en schadeloos van schattingen en
alle ongelden. Tot behoef van Jannes Keesmans van Diest, die ter gichte is
gekomen met recht. Als Vranck of de zijnen deze 2 mud believen af te leggen,
mogen ze dat doen met 52 rinsgulden. Vranck heeft ontvangen 2 rosen nobels van
32 'int maerckt' en nog 8 angelotte van 59 'int maerckt' en 1 'gemoenten
hoernsgulden'. Te kwijten met dergelijke munten. Jannes wou een gezegelde brief
hiervan.
Op 4 mei 1542
kwam Jannes Keysmans en hij heeft deze rente gekweten en hij bekende dat hij
het kapitaal en de renten ontvangen heeft en hij kweet de panden.
1539, 22 mei.
Genachtendag. Folio 71
Henrick
Struijvers heeft een derdedeel opgedragen van een bampt genaamd 'Wilboert Nijs
Bampt', grenzend Aert Hagendoren O, Henrick Gheerts kinderen W, tot behoef van
Jan Cnaep voor 50 rinsgulden Brabants. Opgedragen voor 50 rinsgulden Brabants
(de carolusgulden voor 21 stuivers, de philipsgulden 26 stuivers, de zilveren
gouden gulden voor 30 stuivers, de sonne croen 2 rinsgulden, de snaphaen
Gelders 6 stuivers, 'den Luijckts' 5,5 stuivers en 1 ort). Jan Cnaep is ter
gichte gekomen met recht.
Op 3 juni 1540
kwam Jan Cnaep en hij heeft de naderschap bekend aan Franck Smets en hij heeft
zich ontgicht. Franck is ter gichte gekomen met recht als nadere bloedverwant
en als momber van zijn huisvrouw Mari Jorys.
1539, 22 mei.
Genachtendag. Folio 71
Michiel Briers
heeft opgedragen zijn gedeelte van 'den Hoghen Boss', grenzend Wilboert Swinnen
1), Henrick Kenens 2), tot behoef van Michiel Maech voor 4 rinsgulden Diester
paijen. Ghiel Maech is ter gichte gekomen met recht.
1539, 26 mei.
Folio 72v
Joncker Johan
vander Maerckt kwam voor meier en schepenen en hij heeft afstand gedaan van het
erfgoed dat de heer van Lummen aangestorven was na de dood van Jan Van VVelpen,
natuurlijk, gelegen te 'Pollaerts aen die VVoert', grenzend die' Lvv(?) straet'
1), Peter Tummermans 2), voor de som van 60 rinsgulden aan Jan Spunx. De meier
heeft dit gekeerd in hoede van schepenen.
1539, 26 juni.
Folio 74v
Jan Goens van
Coersel heeft opgedragen een stuk land genaamd 'den Bogaert', palend VValentijn
Reyners W, Jan Cnaep O en Z 'dat Pluechers Eeuwet' als een pand voor een mud
rogge jaarlijks Diester mate. Te leveren in Diest op Sint Jans dach. Te kwijten
met 25 rinsgulden Brabants (de carolusgulden 21 stuivers, de Gelderse rijder 22
stuivers, de sonne croen 28 stuivers). Opgedragen tot behoef van Wouter en
Peter Van Lancvvelt alias Costers. Matheus Bogaerts kwam in de naam van de
voorschreven kinderen ter gichte met recht. Jan Goens staat met zijn andere
goederen garant voor een goede gichte en hij beloofde om zijn huisvrouw in te
brengen om met deze gicht in te stemmen. Matheus begeerde in de naam van de
kinderen een gezegelde brief; Jan Goens stemde toe.
20 april 1541
heeft Mathis Bogaerts voorschreven bekend dat hij het kapitaal van het mud
rogge ontvangen heeft en dat Jan Cnaep alles voldaan heeft. Matheus kwijt de
panden van Jan Cnaep, die nu houder ervan is.
1539, 26 juni.
Folio 75v
De meier en de
laten 'Vanden Dyck' hebben aangebracht dat voor hen in de hof gekomen is voor
hun meier en laten Jan Van Cleem op 21 juni 1539. Hij heeft opgedragen een
bempt geheten 'den Kaetsenbempt' als een pand voor een mud rogge jaarlijks
Diester maat. Valdag op Sint-Jan Baptist. Te kwijten met 15 rinsgulden Brabants
gevalueerd geld (carolusgulden 20 stuivers, de philipsgulden 25 stuivers).
Opgedragen tot behoef van Dionijs Dierix van Halen, die ter gichte is gekomen
met recht. Dit mud moet jaarlijks in Diest of Halen geleverd worden. Omdat de
meier en laten geen zegel gebruiken en de partijen een gezegelde brief wensten,
hebben ze ons om een gezegelde brief verzocht. Martijn, de huisvrouw van
Dionijs, werd meegegicht.
1539, 04
september. Folio 81
Jan Van
Loebossch heeft opgedragen huis en hof 'tSchoelen' gelegen waarin hij woont.
Het grenst Lyeben Merhouts 1), de gemeyn straet 2), als een pand voor 30
stuivers Brabants jaarlijks. Te kwijten met 27 rinsgulden gevalueerd Brabants
geld (de carolusgulden 20 stuivers, het vuerijser 9 oorden en stuiver voor
Brabantse stuiver). Valdag op datum van gichten. Op gedragen tot behoef van
heer Goert Snoex, die ter gichte is gekomen met recht.
1587 op 25 juni
heeft Peter Vanden Laer, na toestemming verleend door de heer officiaal van
Luyck, deze panden gekweten en Aerdt Juechmans is ter gichte gekomen.
1539, 04
september. Folio 82
Aert Henkens met
zijn huisvrouw Iken Duijfkens heeft opgedragen 1,5 rinsgulden jaarlijks staande
aan een goed gelegen in Scholen geheten 'den Wetsaert', tot behoef van Jorys
Kelberch voor 28 rinsgulden Brabants. Jorys is ter gichte gekomen met recht.
1539, 04
september. Folio 82
Reyner Bossmans
als geleverde momber voor Magriet (Grietke) Mommen bekent dat hij verkocht
heeft een stuk broek onder Coorsel gelegen, grenzend Peter Vaes 1), Aert Vaes
2), tot behoef van Peter Wintmolders voor 60 rinsgulden (de carolusgulden 21
stuivers, de rijder 24 stuivers, de 'nuuen' penninck 11 placken). Peter is ter
gichte gekomen met recht. Reyner heeft beloofd, en daarbij 'ten heylighen
gesworen' dat hij de 60 rinsgulden het eerst zal gebruiken voor het afleggen
van 2 mud rogge aan Jan Van Meert en de rest aanleggen tot profijt van het kind
Griet. Reyner heeft aan Peter beloofd dat hij het meisje voor het recht zal
brengen om in te stemmen als ze mondig zal zijn.
1539, 18
september. Folio 82v
Peter Kenens
heeft ontvangen voor Jan, Mari en Chatlijn Witters alias Kenens de goederen die
hen verstorven zijn na de dood van 'huns wroukens' Cristina Kenens. Hij kwam
ter gichte met recht tot behoef van de partijen en ook voor Clara Kenens.
1539, 18
september. Folio 82v
Michiel Kenens
heeft ontvangen de goederen die zijn kinderen van Mari Kenens zaliger
aangestorven zijn. Deze kinderen zijn Henrick, Cristiaen en Jasper Kenens.
Michiel kwam in hun naam ter gichte.
1539, 18
september. Folio 83
Henrick Kenens
heeft voor zijn zuster Elisabeth Kenens de goederen ontvangen die haar
verstorven zijn na de dood van haar ouders. Hij is ter gichte gekomen met
recht.
1539, 20
september. Folio 84
Gowaert Vanden
Gracht heeft gereleveerd vanwege de Bogaerden van Diest en ze hebben hun
goederen ontvangen tot behoef van het godshuis na de dood van broeder Adriaen
Convins (Quins?) zaliger.
1539, 20
september. Folio 84
Gowaert Vanden
Gracht, gemachtigd door de procurator, en broeder Henrick hebben geleytenis
genomen van de goederen van de kinderen van Peter Witters: Aert Witters,
Elisabeth en Digen Vitters. Ze zijn gekomen tot rijs en hout en zijn ter gichte
gekomen met recht tot behoef van het godshuis. Hun 'waert gevalt geweesen' en
het werd gekondigd.
1539, 18
september. Folio 85
Henrick
Valentyns alias Convins heeft de heer van Lumpmen gepurgeerd van de compositie
die Peter Castelman gemaakt heeft aan de heer van Lumpmen. Peter had daarvoor
zijn goederen opgedragen tot behoef van zijn 'coepluyden' zoals men zal vinden
op 22 juli 1538. Hij had aan de heer beloofd de compositie te betalen op
geleytenis van zijn goederen, die hij opgedragen had en de gichte zou overgaan.
Betaling bleef uit en daarom kwam de meier in de naam van de heer en hij heeft
geleytenis genomen zoals zal vinden op 26 september 1538. Nu heeft de meier
bekend dat hij volledig betaald werd door Henrick voorschreven, als nadere
bloedverwant, van de compositie voorschreven. De heer heeft zich ontgicht en
Henrick is ter gichte gekomen met recht van 'den Roeken' en 'Haseler' in Castel
onder Coersel gelegen.
Peter Beckers
alias Castelmans heeft afstand gedaan van de actie die hij op deze goederen zou
kunnen hebben tot behoef van Henrick voorschreven en hij zal er nooit nog over
spreken.
1539, 02
oktober. Folio 85v
Mari Schevels
heeft ontvangen de goederen die haar verstorven zijn na de dood van haar ouders
en ze kwam ter gichte met recht.
1539, 02
oktober. Folio 85v
Wilhem Vander
Heyden heeft opgedragen zijn huis en hof te Goerselaer gelegen, palend des
heren straet O, Jan Bosmans 2); tevens een eusel daar achter gelegen, palend
Jan Bosmans 1), Wilhem voorschreven aan de andere zijden. Opgedragen als pand
voor 1 rinsgulden jaarlijks met valdag op Sinte Remeysdach. Te kwijten met 18
rinsgulden Brabants gevalueerd geld en met volle pacht. Wilhem heeft het
opgedragen met instemming van zijn vrouw Magens tot behoef van de kerk van
Zeelum. Heer Jan Van Balen kwam tot behoef van de kerk ter gichte met alle
vormen van recht.
Bijpand is nog
een stuk land geheten 'dat Bloecksen' palend O Jan Bruesselmans kinderen,
Wilhelm voorschreven W, en nog 18 stuivers jaarlijks die Wilhem gelden heeft
aan panden van Aert Ffrans in Genenbos.
1539, 11
oktober. Folio 86
Heer Jan
Scampers heeft opgedragen met zijn geleverde momber Jan Joerdens een bos in
Roeijen gelegen, palend Gielis Coex 1), Wouter Stappaers erfgenamen 2), tot behoef
van Peter Neven (Newen) der Jonge voor 42 rinsgulden boven de pontpenninck.
Peter Neven is ter gichte gekomen met recht.
1539, 11
oktober. Folio 86
Wilhem Cannaerts
heeft de goederen ontvangen waar Jacop Kannaerts de gicht van heeft en die
gebruikt worden door Peter Van Gulick. Wilhem is ter gichte gekomen met recht
volgens de inhoud van de huwelijksvoorwaarde die geproefd werd door Herman in
de naam van zijn dochter.
1539, 11
oktober. Folio 86v
Ida Op Straet
heeft met haar geleverde momber Peter Kenis haar tocht opgedragen van het
gedeelte van haar dochter Mari in 't Groet Bloeck' gelegen. Mari is hiermee tot
tocht en erf gekomen.
Nu tocht en erf
vergaderd zijn, kwam Gerit Dillen met zijn huisvrouw Mari Huben en hij heeft
opgedragen haar kindsgedeelte int Groet Bloeck gelegen te Corsel tot behoef van
Marten Schoghen voor 46 rinsgulden los boven alle pontpenningen en hoefrechten.
Gerit is tot de gichte gekomen met recht.
1539, 27
oktober. Folio 87v
Peter Kenens
heeft ontvangen voor Henrick en Magriet, kinderen van Anna Kenens zaliger, de
goederen die hen verstorven zijn na de dood van Cristina Kenens. Peter is tot
behoef van de kinderen ter gichte gekomen.
1539, 30
oktober. Folio 87v
Peter Brocmans
heeft opgedragen een stukje erf gelegen op 'Scricx Heye', grenzend Geret Niesen
(Mesen?) 1) Theus Peelsers 2) tot behoef van Reyner Smets voor 6 rinsgulden
boven de aanstaande laten. Reymer Smets is ter gichte gekomen met recht.
Op 13 november
1540 kwam Elisabeth Wynen en ze heeft de naderschap geboden aan Reyner Smets
van de voorschreven koop omdat ze het goed vroeger gehad heeft. Reyner stemde
in en heeft zich ontgicht en Elisabeth kwam tot de gichte.
1539, 13
november. Folio 88v
Jan Goens van
Coersel heeft aan Jan Cnaep van Coersel, zijn zwager, zijn deling bekend
vanwege zijn huisvrouw, de zuster van Jan Goens. Ze hebben gedeeld in 1510. Jan
Goens heeft afstand gedaan van zijn rechten op de hoeve waar Jan Cnaep op woont
en zijn bunder land daar achter gelegen, nog van een boske gelegen bij 'Put
Hoeffken' en dat nu een euwit is; nog van de voorste 'Bogaert' en daar nog een
bunder achter geheten 'Lanckvvonderken', ongeveer 3 dachmael groot.
1539, 02
december. Folio 91
De meier en
laten van het hof Vanden Dyck.
De meier en de
laten voorschreven hebben aangebracht aan ons, hun wettig hoofd, dat voor hen
Aert Brosis is gekomen op 1 februari 1537 en heeft opgedragen een half mud
rogge jaarlijks, dat hij gelden had aan een pand van Lambrecht Vanden Berge,
tot behoef van Peter Vanden Kerckhoeve van Diest. Peter Boerch werd erin
gegicht in de naam van Peter Vanden Kerckhoeve, zijn meester. Hij is ertoe
gekomen met recht.
1539, 11
december. Folio 91v
Mari Stevens
(Steners) met haar wettige momber Aert Valentijns heeft haar tocht opgedragen
van al haar Loonse goederen tot behoef van Wilhem en Aert Stevens, haar
kinderen, die hiermee tot tocht en erf gekomen zijn met recht.
Nu tocht en erf
vergaderd zijn, kwamen Wilhem en Aert Stevens en ze hebben afstand gedaan van
hun rechten op elkaars deel van hun deling, zoals ze dat met hun familie
gedeeld hebben als volgt.
Wilhem heeft
voor zijn deel een stuk land gelegen 'in Bloeck' te Stal westwaarts zoals ze
het gescheiden hebben op twee 'hulskens'. Het grenst de 'Molenstraet' W en zijn
broer Aert O. Hij zal nog 12 rinsgulden hebben van de deling van Aert, namelijk
van het huis.
Aan Aert voor
zijn kindsgedeelte is gevallen 'den aensel metten uutffanck'' tegenover Dionijs
Stevens erf en verder de ander helft van de hof zoals ze gescheiden hebben.
Wilhem en Aert
hebben hun moeder weer haar tocht bekend met alle vormen van recht.
1539, 11
december. Folio 92v
Claes Brosis met
zijn huisvrouw Anna Stalmans hebben opgedragen de helft van de bempt genaamd
'dat Waterscap' onder Coersel te Genen Stal gelegen. De hele bempt grenst
Jasper Hillen kinderen O en Gielis Wouters kinderen W, 'de Aude Beeck' Z en
'die Mael Beeck' N. Opgedragen tot behoef van Gerit Claes van Coersel voor 175
carolusgulden goed van goud en zwaar van gewicht. Gerit Claes werd erin gegicht
met recht. Geert zal 75 carolusgulden tussen dit en O.-L.-Vrouwen Liechdach
eerstkomend geven en de andere honderd binnen het jaar, voor 'licop' 6
carolusgulden en 1 stuiver goidspenninck. Als er niet tijdig betaald wordt, kan
de verkoper met een geleytenis komen tot de grond, zowel van de eerste of van
de tweede termijn. Deze gichte is 'gecassert' (teniet gedaan) zoals men
zal vinden op 17 februari 1541.
1539, 11
december. Folio 93
Jan Wilboerts
heeft opgedragen het goed in Castel gelegen waar Oriaen Duncops placht in te
wonen, grenzend Jan Loeckermans 1), Digen Tielens 2). Opgedragen tot behoef van
Niel Cornelis voor 100 rinsgulden boven de last: een mud rogge jaarlijks aan de
kinderen van Digen sDoven, 6 halster jaarlijks aan de H. Geest van Coersel, een
halster jaarlijks aan het O.-L.-Vrouwaltaar, 5,5 stuivers jaarlijks aan het
'Sinter Claes autaer', aan Nys Ketelboeters van Beverloe 20 stuivers jaarlijks.
Niel der Sceper voorschreven en zijn zwager Mathis (geen familienaam) zijn
tot de gichte gekomen met recht.
9 april 1540
kwam Neel Cornelis en hij bekende de naderschap aan Mathis Mertens van deze
koop en hij heeft zich ontgicht. Mathis kwam ter gichte met recht.
1539, 11 december.
Folio 93
Peter Kenens
heeft onvangen tot behoef van Gerit Brocmans de goederen die hem verstorven
zijn na de dood van zijn zuster Anna. Peter is ter gichte gekomen tot behoef
van Geerd met recht.
1539, 11
december. Folio 93v
Chatlijn
Vrancken weduwe van wijlen Leys Wouters met haar geleverde momber Wilhem Thijs
heeft opgedragen haar tocht van al haar Loonse goederen tot behoef van haar
kinderen Mathijs Wouters, Elisabeth Wouters, Chatrina Wouters en Stijn Wouters,
die hiermee tot tocht en erf gekomen zijn met recht.
Nu tocht en erf
'vergaderd' zijn, hebben Mathis Wouters, Elisabeth Wouters met haar geleverde
momber Wilhem Thys, Stijn Wouters met haar geleverde momber Jan Tielens en
Chatryn Wouters met haar wettige man en momber Peter Van Losen opgedragen de
voorschreven goederen als pand en borg voor zekere voorwaarden en overeenkomst
gemaakt met Michiel Coex 'moentmiester van Hassel'. Indien hem enige hinder
overkwam, dan beloven ze dat Michiel ze kan 'beleyen'. De muntmeester wou dit
geregistreerd hebben en daarna volgt die tekst van de buitenbank van Hasselt.
Op verzoek van Peter Van Loosen met de megeringen en ter consenteringe van
Michiel Koexs de muntmeester werd een kopie verleend uit hun gichtregister.
1539 op 29 juli kwam Katryne Vrancken huisvrouw van wijlen Leijs Wouters met
haar 'gesadden' momber Steven Hermans en ze heeft haar tocht opgedragen van
ongeveer 4 bonder 3 of 4 kort roeden met een huisje en stal daarbij, gelegen in
Runxt, het huis en de hof of 'kanephoff'. Tevens een stuk land daaraan grenzend
Wouter Cleyren 1), sheren straete 2), Maes Hamers 3) en Gherit Meynen 4). De
beekbampt grenst Gherit Meynen 1), 'die Wambeecke' 2), Dries Roeselers of
Hubrecht Roeselers erfgenamen 3). 'Den Lanckstert' grenst Jan Nunne, Mercken
Kempeners erfgenamen, Gherit Meynen op drie zijden. Ze draagt de tocht op tot
behoef van haar vijf kinderen Heyn Wouters, Mathis Wouters, Elisabeth Wouters,
Katrina Wouters met haar huisheer Peter van Losen en Stijn Wouters. Zo vergaren
de kinderen de tocht met de erfdom van deze goederen en ze werden erin gegicht
met recht. Deze kinderen Heyn Wouters, Mathis Wouters, Elisabeth Wouters weduwe
van Jan der Smet, Peter van Losen met zijn huisvrouw Katrijne en Stijn Wouters
met haar momber Steven Hermans hebben opgedragen de voorschreven goederen in
erfcijns voor 8 gulden Brabants, of de waarde ervan, jaarlijks. Te betalen op
Kerstmis en voor het eerst op Kerstmis over een jaar. Ten eeuwigen dage.
Voorwaarde is dat Michiel Koex deze 8 rinsgulden ook mag zetten aan andere
panden en op volgende manier. Hij mag ze op vijf verschillende percelen zetten
volgens hem belieft om zijn pand los te maken. Michiel stelt als onderpand 3
gulden Brabants min 1 oort op een bampt gelegen bij Hilst, geheten 'die Lange
Streepe oft beecke', grenzend met een zijde aan 'dwoerffuelt' (?) en op de
andere zijde Aert Herttens erf of bampt en de overige twee zijden aan het goed
van Michiel voorschreven. Volgens dat Michiel aflegt, zal ook het onderpand
zich evenveel los en vrij maken. Nog is voorwaarde dat indien de kinderen van
Elisabeth Wouters enige rechten zouden hebben in de voorschreven goederen,
zodat ze Michiel enige hinder deden, of dat er aan het goed andere nadelen of
lasten zouden zijn, dan beloven de kinderen voorschreven om dit Michiel te
vergoeden en hem schadeloos te stellen. Michiel mag het goed dadelijk
aanvaarden als zijn eigen goed. Het goed is nog belast met 10 vat rogge en met
omtrent 25 stuivers Brabants en die zullen niet in mindering komen van de som
van 8 gulden voorschreven. De kinderen staan aan Michiel een brief toe.
Op dezelfde dag
bekende Henrick Wouters zijn compositie aan de drossaard van het land van Loon.
Hij heeft beloofd aan zijn voorschreven megeringen dat ze hun part en verhaal
zullen hebben aan andere goederen die hem toebehoren tot de som van 60 gulden
Brabants. Mocht blijken dat Henrick mits deze compositie teveel heeft gehad
voor zijn part dan de goederen die hij hier overgegicht heeft aan de
muntmeester, dan zal hij dat aan zijn megeringen vergoeden aan andere goederen
die hem toebehoren.
Er werd nog een
kopie van een andere gichte voorgelegd. Op 1539, 5 september, kwamen voor meier
en schepenen van buiten Hasselt Thys Wouters, Heyn Wouters, Peter Van Losen
wettige huisheer van Katherijne Wouters - hij beloofde haar voor het recht te
brengen om vrouwenrecht te doen - Lijsbeth Wouters en Stijn Wouters met hun
geleverde momber Steven der Scoenmeker en ze hebben opgedragen de 8 gulden
Brabants jaarijks die ze gelden hebben op goederen gelegen in Runxt. Ze hebben
deze goederen op 29 juli laatstleden bewezen volgens het register tot behoef
van Michiel Coex de muntmeester. Michiel zal voor elke gulden 20 gulden moeten
geven. Hiervan mag Michiel in mindering brengen hetgeen hij heeft moeten
uitgeven (verleggen) en nog moet verleggen voor hun broer Heyn Wouters. Indien
er overschot is, moet hij die hen uitbetalen. Michiel werd erin gegicht en
gegoed met ban en vrede. 1 stuiver gegeven voor de goidspenninck en 1 gulden
voor lycop.
19.09.1539 heeft
Lijne, de huisvrouw van Peter Van Losen, ingestemd met deze gicht.
Afschriften uit
het schepenregister van Hasselt buiten werden gezegeld met hun zegel op
21.11.1539.
De kinderen
voorschreven met hun momber hebben Elisabeth weer haar tocht bekend 'sonder
argelist'.
1540, 04
januari. Folio 97
De kinderen van
Joris Van Ryveren van Beringen, namelijk Peter, Loych Meynen als momber van
zijn afwezige huisvrouw, Jorys, Lenaert, Heylwich met haar geleverde momber
Loych Meynen en Cenlie(?) met haar geleverde momber haar broer Jorys van
Rijveren hebben opgedragen een bos geheten 'den Hegge Boss' tot behoef van Jan
Van Miert van Beringen voor 75 karolusgulden. Jan Van Miert is tot de gichte
gekomen met recht.
Op 3 juni 1540
kwam Cristijn van Ryvieren en ze heeft met de voorschreven gicht ingestemd en
van waarde gehouden wat haar man Loych hiervoor gedaan had aan Jan Van Miert.
Op dezelfde
datum kwam Henrick Kenens en hij heeft het onderpand gekweten dat stond aan dit
bos zoals men zal vinden in 15.. (niet aangevuld).
1540, 08
januari. Op jaergedinge. Folio 98v
De meier en
laten van de hof geheten 'Malipers', namelijk Philips Vander Hulst als meier,
Lemmen Stappaerts, Gielis Coex, Herman Croechs, Claes Geerts en Hermans
Borghers laten van dit hof, brachten aan dat voor hen als gerecht gekomen is
Mathis Vanden Poele op 30 april 1526 en hij heeft opgedragen een bampt van
omtrent 7 sillen als pand voor 3 rinsgulden jaarlijks Brabants. De bampt heet
'den Heerkeroderbampt'. Opgedragen tot behoef van Aert Van Steijvvoert van
Diest met valdag op Sinte Andriesavond. Mathis of zijn nakomelingen mogen deze
3 rinsgulden ten eeuwigen dage kwijten met 54 rinsgulden (de philipsgulden voor
25 stuivers, de goutgulden voor 28 stuivers). Op 1 juni werd Aert van Steyvoert
voorschreven erin gegicht en gegoed met recht.
Op 25 september
1540 kwam Lisbeth Cupers de huisvrouw van Mathis Vanden Poelle alias Snijders
en ze heeft de voorschreven gichte gelaudeerd. Is in hoeden van laten gekeerd.
1540, 08
januari. Op jaergedinge. Folio 99v
Thijs Bogaerts
heeft opgedragen een stuk land gelegen te Scolen aan die Stap, grenzend Thys
zelf 1), de gemeijn straet 2), tot behoef van Reyner Scurmans voor 10
rinsgulden boven de lasten. Thys heeft er afstand van gedaan met recht en
Reyner is ter gichte gekomen met recht.
1540, 08
januari. Op jaergedinge. Folio 100
Gerit Brocmans
heeft opgedragen zijn tocht van zijn gedeelte dat hem van zijn vader verstorven
is tot behoef van zijn dochter Lynke Vanden Broeck. Peter Kenens kwam in de
naam van het kind tot tocht en erf.
Dadelijk daarna,
nu tocht en erf vergaderd zijn, kwam Peter Kenens in de naam van Lynke
voorschreven en hij heeft opgedragen het huis met de halve hof te Corsel
gelegen waar Henrick Brouckmans uitgestorven is, tot behoef van Joris Scepers
voor 29 rinsgulden Brabants. Tevens heeft Gerit Brouckmans opgedragen in
dezelfde gicht het versterf van zijn zuster Anna Brouckmans, begrepen in
dezelfde som. Joris Scepers van Coersel is tot de gichte gekomen 'nae onser
bancken recht'. Peter Kenens heeft beloofd om Lijnke voor het recht te brengen
om in te stemmen als ze mondig is. Joris zal voor de voorschreven som jaarlijks
blijven gelden 22 stuivers aan Lijnke voorschreven voor de 22 gulden
voorschreven. De rest heeft Gerit ontvangen.
Op 29 maart 1543
kwam Chatlyn Vanden Brock en ze heeft met haar geleverde momber gelaudeerd de
voorschreven gichte die Peter Kenens voor haar gedaan heeft en nu is ze mondig.
Op 1 juli 1550
heeft Geert Brouckmans zijn dochter Lijnke gegicht in zijn tocht van de 22
stuivers jaarlijks. Dadelijk daarna heeft Lijnke zich vermomberd met Jan Clercx
die haar met recht verleend was. Daarna heeft ze met haar momber gegicht Jan
Kenens in die 22 stuivers jaarlijks. Ze heeft het kapitaal ervan ontvangen.
1540, 08
januari. Op jaergedinge. Folio 100v
Reyner Huben
heeft opgedragen de halve hof in Coersel gelegen waar Henrick Brocmans
uitgestorven is en die Reyner Huben vroeger van Jan Brocmans via gichte
verkregen heeft, tot behoef van Jorys Scepers voor de som van 27 rinsgulden
Brabants. Jorys is ter gichte gekomen met recht.
1540, 08
januari. Op jaergedinge. Folio 100v
Ffrans Vaes
heeft opgedragen een stukje erf gelegen op 'den Scrieck Heijde' tussen zijn
regenoten gelegen, tot behoef van Jan Van Put, die ter gichte is gekomen met
recht in de ruil voor een bunder land gelegen ter Brabantser aarde.
1540, 22
januari. Folio 101
Mari Scurmans
van Scoelen heeft opgedragen de goederen die haar verstorven zijn na de dood
van haar broer Jan Scurmans en ze is ter gichte gekomen met recht. Het gaat om
een half mud koren aan Lambrecht Goens, een half mud aan Jorijs Vernijen en 3
rinsgulden aan pand van Jorys Vander Eycken en 1 rinsgulden aan pand van Jan
der Wever.
1540, 22
januari. Folio 101
Jan Gintins
heeft ontvangen voor hem en als momber van zijn huisvrouw Chatlijn en Aert,
Jan, Wilhem, Aleyt en Gerit, kinderen van Niesen (Mees?) Oeyen. Hij kwam ter
gichte met recht voor hem en voor zijn megeringen.
1540, 22
januari. Folio 101v
Peter van
Moelstede alias Houwers met zijn geleverde momber heeft opgedragen zijn
gedeelte van de Loonse goederen onder Coersel gelegen als een pand voor 2 mud
rogge jaarlijks Diester mate, in Diest te leveren kosteloos en schadeloos,
schatteloos en bedeloos, met valdag op 8 januari, tot behoef van Henrick Bonen
alias Waelwijns (Boonen alias Waluwijns) voor 2 mud die hij en zijn erfgenamen
mogen afleggen met 50 carolusgulden eens (de carolusgulden voor 20 stuivers, de
stuiver voor 3 placken Brabants) en met volle pacht. Deze twee mud roggen zijn
ook in de Brabantse bank gegicht aan Peters Brabantse goed, zodat voor de
pontpenningen hier 3 delen van de koopsom betaald zijn. Jan Van Groendonck kwam
in de naam van Henrick ter gichte met recht. Jan verlangde in de naam van
Henrick een gezegelde brief en Peter stond hem die toe.
In 1543 op 11
januari kwam Jan Van Groendonck en hij heeft de voorschreven panden gekweten
van de 2 mud rogge jaarlijks. Hij bekende dat hij de hoetpenningen en de renten
ontvangen had van Cornelis Van Moelstede en hij kweet de panden.
1540, 22
januari. Folio 102
Reyner Scurmans
heeft voor hem en voor Elisabeth Scurmans ontvangen de goederen die hen
verstorven zijn na de dood van Jan Scurmans. Reyner is ter gichte gekomen voor
hem en voor zijn zuster.
1540, 22
januari. Folio 102
Jan Gorys heeft
ontvangen voor de kinderen van Meus Kenens, namelijk Mari en Aleyt Kenens. Jan
kwam tot behoef van deze kinderen ter gichte met recht.
1540, 22
januari. Folio 102
Jan Tielens met
zijn huisvrouw Elisabeth Swerts hebben opgedragen een bampt in Oversel gelegen,
grenzend de beek Z, Anthonis Witters W en Jan Kenens O, als een pand voor 2 mud
rogge jaarlijks Diester mate. Valdag op Sinte Pauwels avont, in Diest kosteloos
en schadeloos leveren tot behoef van Herman Berteleyns. Kwijten kan met 50
rinsgulden Brabants (de carolusgulden 20 stuivers, de philipsgulden 25
stuivers, de stuiver voor 3 placken Brabants). Herman is ter gichte gekomen met
recht. Jan en zijn huisvrouw hebben beloofd om dit pand niet minder goed te
maken en ervoor garant te staan. Herman wenste een gezegelde brief en dit werd
door Jan toegestaan.
In 1550 op 12
juni kwam Herman Berteleyns en hij heeft het voorschreven pand gekweten van
deze last van 2 mudde rogge jaarlijks. Bertolomeus Giebels is met recht tot de
gichte gekomen.
1540, 22
januari. Folio 102v
Marike Thijs
heeft de goederen ontvangen die haar verstorven zijn na de dood van haar
ouders. Ze is ter gichte gekomen met recht.
1540, 22
januari. Folio 102v
Aert Merhouts
heeft de goederen ontvangen die hem verstorven zijn na de dood van Jan
Scurmans. Hij kwam ter gichte.
1540, 22
januari. Folio 102v
Sijmon Vaes
alias Croex van Scolen heeft opgedragen een perceel van een bos gelegen in
Scholen tegen zijn 'uutganck', grenzend Jan Van Beerbrock 1), des heren straet
2), tot behoef van Wilhem Kannaerts. Hij draagt hem tevens de schuur van de
warmoeshof op en nog 3 zillen heyde grenzend Mari Claes 1), des heren straet
2), voor 6,5 rinsgulden eens. Wilhem is ter gichte gekomen met recht. Hiermee
werd nog opgedragen een half zyl heyde grenzend des heren straet 1), Lambrecht
Stappaerts 2).
1540, 30
januari. Folio 104
Jan Vitters van
Coersel heeft geleytenis genomen van de goederen van Jan Moons alias Bomers als
gemachtigde van Anna Tielemans. Omdat de partijen voor het recht geëist zijn,
maar niet kwamen, hebben de schepenen de zaak oud genoeg van genachten gewezen
en de heer heeft hen rijs en hout geleverd en hij heeft gicht en goedinge ontvangen
in de naam van Anna voorschreven. Er werd 'gevalt' gewezen en het werd
gekondigd op 7 stuivers. Op 13 februari 1541 kwam Anna Tielmans met haar
geleverde momber Jan Witters en ze heeft bekend dat ze voldaan is van het
geleytenis en ze heeft zich ontgicht tot behoef van Jan Moons, die ter gichte
is gekomen met recht behalve dat hij de jaarrente moet blijven betalen waarvoor
het goed ingewonnen was. Nu trekken ze die van Wilhem Swerts kinderen van
Diest.
1540, 30
januari. Folio 104v
Heylwich Dillen
met Peter Kenens, haar geleverde momber, heeft opgedragen haar tocht van een
bampt genaamd 'den Achelmansbampt' tot behoef van haar zoon Anthonis die
hiermee tot tocht en erf gekomen is met recht.
Nu tocht en erf
samen zijn, kwam Anthonis voorschreven en hij heeft de bampt voorschreven
opgedragen tot behoef van Jan Gierts voor de som van 200 rinsgulden Brabants;
op voorwaarde dat 100 gulden blijft staan om er jaarlijks 6 rinsgulden van te
geven. Te kwijten met 100 gulden eens. Van de andere 100 gulden zal Jan de
pontpenningen betalen in afkorting en van de andere 100 rinsgulden zal Jan de
pontpenningen betalen binnen het jaar als die 100 rinsgulden afgerekend zijn.
Jan Gierts met zijn huisvrouw Anna Cornelis hebben hiervoor opgedragen 'den
Exceelsche Bampt' en hij belooft de pontpenningen te voldoen 'nae uut wysen der
comenscapen ende op geleytenis der selver gueden sonder argelist'. Anthonis
bekende zijn moeder haar tocht aan de voorschreven 6 rinsgulden jaarlijks.
Op 24 juni 1540
kwam Jan Gierts en hij heeft Peter Dillen naderschap bekend van de voorschreven
koop en zich ontgicht. Peter is als naderman tot de gichte gekomen met recht.
Peter heeft al zijn Loonse goederen opgedragen voor een onderpand voor de
gichte hierboven voor het geval dat Anthonis met recht de bempt zou inwinnen
voor zijn jaargulden of hoetpenningen. Peter stond toe dat Anthonis het
onderpand van Jan Geerts zal kwijten.
Op 13 januari
1541 kwam Jan Cnaep van Coersel en hij heeft opgedragen al zijn Loonse goederen
als gevolg van een peys gemaakt tussen hem en Peter Dillen. Peter zal behouden
50 rinsgulden, 3 crone en 1 angelot die hij van Jan Cnaep ontvangen had en waar
Peter zijn huisvrouw 'affgestorven' was en verkregen hebben de voorschreven
bempt en andere goederen die Peter behouden zal zonder dat Jan Cnaep of zijn
kinderen enige verkregen goederen eisen na de dood van Peter voorschreven. Ze
kwijten Peter daarvan en tevens heeft Peter Jan Cnaep of zijn erfgenamen
gekweten van de huwelijksvoorwaarden en het geld die hem toegezegd waren en hij
zal er nooit nog iets van eisen. (correcte interpretatie?)
1540, 31
januari. Folio 105
Jannes Wymans
heeft opgedragen al zijn Loonse goederen tot behoef van Geret Claes en Diliam
Corvers en dat omwille van een borgtocht die Geret en Diliam aan Jannes gedaan
hebben ter Brabantse aarde voor de meier van Beringhen. Indien het gebeurde dat
hen door de borg hinder overkwam, tot de som van 1000 carolusgulden eens, en
alle onkosten die daarvan kunnen komen, dat ze dan deze goederen daarvoor mogen
beleyden. Ze hebben ook borg onder Beringen en daarom zullen ze de kosten half
halen onder Beringen en half onder Lumpmen. Gerit wenste hiervan een gezegelde
brief voor hem en Dilian, die Jannes op zijn kosten toestond.
1540, 05
februari. Folio 106
Jan Alebrechts
heeft opgedragen een stuk broek of gedeelte van een bampt te Scolen gelegen,
grenzend Aert Meukens, tot behoef van Jan Muijskens alias Vanden Gracht opdat
Jan daaraan 2 rinsgulden jaarlijks mag verzetten (belasten met). Jan
Vanden Gracht zal hem die betalen binnen 3 jaren en hij belooft dat 'op
uutpenninck buyten ende bynnen shuys'. Jan Vanden Gracht is ter gichte gekomen
van de twee rinsgulden voorschreven en hiervan is geen pontgeld gevallen.
1540, 19
februari. Folio 109v
Jannes Smets
alias Kimps van Coersel met zijn geleverde momber Peter Kenens heeft opgedragen
'het Voerste Gesuer', grenzend 'die Bredonck' 1), Cristijn Geerts 2), als een
pand voor 3 rinsgulden jaarlijks met valdag op Onser Liever Wrouwen Lich dach.
Te kwijten met 50 rinsgulden. Peter Neven der Alde is ter gichte gekomen met
recht.
Hierbij heeft
Jannes nog al zijn Loonse goederen opgedragen met zijn momber voorschreven en
hij belooft dat hij zijn huisvrouw zal brengen om in te stemmen hiermee. Zij
kwam op 8 april 1540 en heeft gelaudeerd en van waarde gehouden de voorschreven
gichte door haar man gedaan.
1540, 19
februari. Folio 109v
Peter Neven der
alde heeft gekweten aan Lambrecht Dierix alias Thys de helft van 400 rinsgulden
die Lambrecht van hem geleend heeft en dat volgens de brief die Peter ervan
heeft, zoals men zal bevinden op 1 juli 1539. Hij is voldaan van hoetpenningen
en rente, maar Lambrecht moet hem jaarlijks nog voor de resterende 200 gulden
de som vn 12 rinsgulden geven. Peter is tevreden van het onderpand dat
Lambrecht hem onder Beringen gezet heeft en hij heeft dit in Beringen gekweten,
zoals ze gezegd hebben. Voor pand houdt hij nog hetgeen hier hooft.
1540, 19
februari. Folio 110v
Anna en
Gertruijt Swerts, kinderen van Wilhem Swerts zaliger, begeerden een momber en
hen werd met recht Peter Kenens toegewezen.
Peter Vander
Lamen met zijn huisvrouw Clara Swerts en Eeveraert Van Capellen met zijn
huisvrouw Mari Swerts, Anna en Gertruyt Swerts met hun geleverde momber Peter
Kenens hebben opgedragen hun bampt in Oversel gelegen, geheten 'den Loesman',
grenzend Henrick Aenden Bos O en Jan Tielens en Wilboert van Postel W.
Opgedragen tot behoef van Jan Witters als man en momber van zijn huisvrouw
Mari, Jasper en Cristijn Hillen, kinderen van Anna Tielmans die ze behouden
heeft van Jan Hillen zaliger, voor 420 rinsgulden los. Jan Witters met zijn
huisvrouw zal in afkorting van deze som overgichten 5 mud rogge jaarlijks en 5
rinsgulden staande aan Andries Cuels pand sorterend onder de laethoff gelegen
te Coersel. Jan Witters kwam in de naam en tot behoef van hemzelf als man en momber
van Mari, voor Jasper en Cristyn ter gichte met recht met uitzondering van de
tocht voor Anna Tielmans, moeder van de voorschreven kinderen, aan 'den
Loesman'.
Op 21 juni 1542
kwamen Peter Vander Lanen met zijn huisvrouw Clara Swerts, Everaert Van Capellen
met zijn huisvrouw Mari Swerts, Joechim Vanden Hoeve met zijn huisvrouw, Wilhem
van Thienen en Jherom Van Thienen hebben allemaal samen bekend de hoetpenningen
van 100 rinsgulden ontvangen te hebben die Anna Tielmans met haar kinderen hen
gaven. Ze zijn betaald en kwijten Anna en haar kinderen. Wilhem heeft gesproken
en zich partij gemaakt voor heer Pauls Van Thienen, zijn broer.
1540, 19
februari. Folio 111
Anna Tielmans
met haar geleverde momber Jan Vitters heeft opgedragen haar tocht van 3
mud rogge jaarlijks, waarvan er twee staan aan Jan Moens alias Bomers pand en
een mud aan Peter Bollekens pand, tot behoef van haar drie kinderen Jan, Mari
en Cristijn voorschreven (zie gichte hiervoor). Van het ene mud is hier een
brief gemaakt. De kinderen zijn hiermee tot tocht en erf gekomen.
Nu tocht en erf
vergaderd zijn, kwamen Jan Witters en zijn huisvrouw Mari en ze hebben van deze
3 mud rogge jaarlijks opgedragen tot behoef van Everaert Van Capellen het ene
mud staande aan pand van Peter Bollekens als man en momber van Mari Swerts. De
overige twee mud staande aan Jan Moens pand voorschreven hebben ze opgedragen
aan Peter Vander Lanen als man en momber van zijn huisvrouw Clara. Peter
kwam ter gichte van de twee mud en Everaert in de ene mud. Van deze twee mud
werd een brief gemaakt. Jan Vitters staat garant, op beleytenis van zijn Loonse
goederen, voor eventuele problemen hieromtrent. Hij zal tevens zijn zwager
vragen om met zijn vrouw Cristina Hillen de voorschreven gicht te lauderen.
Hier blijft 120 rinsgulden staan en die zullen ze tussen dit en 'vastelavont'
betalen.
1540, 19
februari. Folio 111v
Deling tussen de
kinderen van Wilhem Swerts van Diest.
Deze kinderen,
namelijk Mari met haar wettige man Everaert van Capellen en Clara Swerts met
haar wettige man Peter Vander Lamen en Gertruyt en Anna Swerts met hun
geleverde momber Peter Kenens hebben afstand gedaan van elkaars deel van hun
deling, die gedaan werd als volgt.
Peter Vander
Lamen en zijn vrouw: een stuk land en daarbij een bampt gelegen onder Diest,
een huisje ook onder Diest gelegen, een zyl broek gelegen onder Beringhen, een
mud rogge te Coersel en nog twee mud in Coersel aan Jan Moens pand.
Everaert Van
Capellen met zijn vrouw Marie: 6 rinsgulden te Coersel aan de winning die aan
hun ouders placht toe te behoren, een bempt onder Hoesden gelegen, een mud
rogge jaarlijks aan de voorschreven winninge, een huisje in Diest, een mud
staande aan Peter Bollekens.
Gertruyt: 5
rinsgulden jaarlijks aan pand van de kinderen van Henrick Goens in Coersel, een
bampt genaamd 'dat Walmerscoer', een bampt gelegen onder Beringen, twee bossen
onder Beringen gelegen.
Het
kindsgedeelte van Anna: 36 stuivers in Diest, een bempt in Coersel, een bampt
in Coersel (zo!), twee zillen onder Beringen.
1540, 19
februari. Folio 112v
Govaert Op die
Hoeve met zijn wettige huisvrouw Aleyt Joes hebben opgedragen een hof gelegen
in Scholen, grenzend Lenaert Van Gelmen kinderen 1), Gorys Snyers kinderen 2)
en de gemeyn strate op de andere twee zijden, als een pand voor 4 halster rogge
jaarlijks Diester maat. Valdag op O.-L.-Vrouw lichtmis. Govaert mag de halster
jaarlijks kwijten met 4,5 stuivers Brabants of met koren, evenals zijn
nakomelingen. Opgedragen tot behoef van heer Govaert Snoex. Kwijten kan met
12,5 rinsgulden Brabants (de carolusgulden aan 20 stuivers, de philipusgulden
25 stuivers, de stuiver voor 3 placken Brabants). Heer Govaert Snoex werd erin
gegicht met recht.
Op 14 september
1559 kwam meester Dierick de Wuest en hij heeft de voorschreven panden gekweten
van het half mud rogge voorschreven. Hij heeft kapitaal en alle restanten
ontvangen. Lambrecht Joes is tot de gichte gekomen met recht.
1540, 19
februari. Folio 113v
Jorys Vander
Eycken heeft opgedragen een huisje met een hofke te Scholen gelegen, palend
'Berchbos Steyge' 1), Reyner Conaerts erfgenamen 2), tot behoef van Gerit Pyls
voor de jaargulden die Gerit vroeger uitgegeven had aan Jorys voorschreven.
Jorys doet er afstand van met recht en Gerit is ter gichte gekomen met recht.
1540, 19
februari. Folio 115
Jan Vanden Put
heeft opgedragen een stuk land op 'die Scriex Heyde' gelegen, grenzend Peter
Cremers 1), Merten Buysen 2), tot behoef van van Geret Mesen (Niesen) voor 6
rinsgulden die hier hoven. Gerit is ter gichte gekomen met recht.
1540, 18 maart.
Folio 119
Reijner Smets
heeft opgedragen de heide geheten 'die Mathis Heyde', palend des heren straet
op twee zijden, Henrick Hillen O en de kinderen van Jan Kenens Z. Tot behoef
van Marten tShogen in ruil voor een heithoeve gelegen bij 'die Bynnemans
Hoeven'. Merten werd erin gegicht en gegoed met recht.
1540, 18 maart.
Folio 119
De erfgenamen
van Jan Reijners borgemeester in de Stad van Diest.
Jan Reyners
alias Miesters heeft ontvangen voor hem en voor Cristijn Reyners alias Peters,
en Henrick Int Molenijser heeft ontvangen voor hem, heer Lambrecht van
Thienwinckel, Jan van Thienwinckel, Henric en Wilhem Lansenryts, Heylwich, Mari
en de kinderen van zijn broer Jan, de kinderen van Peter Reyners van Coersel
als Peter, Jan en Heylwich, Cristiaen Reyners kinderen te weten Peter,
Gertruyt, Stijn, Mari en Jan, de kinderen van Mari Vander Houeycken zoals Jan,
Henrick, Gertruyt, Genneken en Elisabeth en Jan Spunx momber van zijn huisvrouw
Cristijn Reijners. de kinderen van Mathis Scinen die hij heeft van Jan Peters
dochter namelijk Peter, Jan, Aleyt en Mari, de kinderen van Aert Reyners
namelijk Magriet en Mari, Dionijs Werdekens voor hemzelf, de kinderen van Jan
Werdekens namelijk Magriet, Mari, Jan, Aert, Peter en Cristijn, de kinderen van
Jan Bogaerts van Diest namelijk Jan, Wouter, Aert en Mari, de kinderen van
Reyner Bogaets van Diest te weten Matheus, Reyner en Digen Bogaerts, Merten
Sciermans in de naam van zijn dochter Magriet. Ze zijn allen ter gichte
gekomen. Tevens hebben nog ontvangen Jan Bogaers, Lucas Bogaers, Jan
Clockluyers, Aert Ffreix, Mari Frerix, Jan Frerix, Lijsken Bogaers, Aert Frerix
en Jan Frerix der Jonge. Ze zijn ter gichte gekomen met recht.
1540, 18 maart.
Folio 120
Nadat het vorige
is gebeurd, kwamen Jan Reyners alias Meester en Cristijn Peters met haar
geleverde momber Peter Vanden Eertvech en ze hebben als naaste erfgenamen van
Jan Reyners van Diest zaliger het testament bekend dat hij gemaakt had aan heer
Lambrecht van Thienwinckel en Henrick. (stopt)
1540, 18 maart.
Folio 120v
Sebastiaen van
Heese heeft opgedragen een stuk land genaamd 'Iken Pouls Hoff', grenzend Gorijs
Vanden Stappe O, Mari Pouls W, tot behoef van Jan Gielis voor een jaarrente in
de hof van 'Landick', kwijtpacht. Jan is ter gichte gekomen met recht onder
vorm van ruil van goederen. Het pontgeld bedraagt 45 stuivers.
1540, 08 april.
Jaergedinge nae paeschen. Folio 125v
Jan Sculens
heeft verkocht aan Jan Nobels (Noebels) een bampt gelegen in Oversel, palend
Peter Van Ham 1), een bampt geheten 'den Cwynten' 2), voor 125 rinsgulden en
een schaap. Jan Nobels is ter gichte gekomen met recht.
1540, 08 april.
Jaergedinge nae paeschen. Folio 125v
Jorys Stevens
van Heechtel Op die Hoeve heeft opgedragen 1,5 zil broek gelegen in Oversel,
grenzend Gerit Iden 1), Peter Elen 2), als een pand voor 30 stuivers jaarlijks
vallend op Liechmisse. Te kwijten met 28,5 rinsgulden. Opgedragen tot behoef
van Iken Jueten wettige huisvrouw van Tielman Lenaerts zaliger, die ter gichte
is gekomen met recht.
1540, 08 april.
Jaergedinge nae paeschen. Folio 126v
Palinge van
Coersel voor Jasper Wellens en Matheus Convins.
Geen tekst. Ook
folio 127 is leeg.
1540, 22 april.
Genachtendach. Folio 128
Gertruyt Daniels
met haar wettige momber Philips Bossmans heeft opgedragen haar tocht van een
hof te Heerle gelegen en daaraan een bos en eusel, grenzend des heren straet op
drie zijden en Lambrecht Vander Hoeven 4). Opgedragen tot behoef van heer Jan Keelbrijchs,
Jorys Kelbrychs, Lisbeth en Phincxt Kelberchs, die hiermee tot tocht en erf
gekomen zijn met recht.
Nu tocht en erf
samen zijn, kwamen heer Jan voorschreven met Jan Van Nedercosen zijn geleverde
momber, Phinxt Kelberchs met dezelfde momber en Jorys Kelberchs en ze hebben
bekend dat het voorschreven goed gevallen is bij deling aan Elisabeth Kelberchs
en ze doen met recht afstand van hun rechten op haar kindsgedeelte.
1540, 03 juni.
Genachtendag. Folio 136
Jan Aerts van
Coerssel heeft ontvangen de goederen die hem verstorven zijn na de dood van
zijn ouders en hij is ter gichte gekomen met recht.
1540, 03 juni.
Genachtendag. Folio 136v
Ffranck Smets
heeft opgedragen een bampt geheten 'Thonis Hoemans Bampt', grenzend Aert
Hagendoeren O, Jan Geerts W. Het gaat om twee delen van de beemd en het derde
deel hoort toe aan Henrick Swaerts of zijn kinderen. Opgedragen als een pand
voor 2 rinsgulden jaarlijks met valdag op Sint Jans dach. Te kwijten met 36
rinsgulden (de carolusgulden 20 stuivers, de philippusgulden voor 25 stuivers).
Ffranck heeft hierop vertegen met recht tot behoef van Mari huisvrouw van
wijlen Jorys Jannes. Jan Jannes werd in de twee rinsgulden gegicht en gegoed
tot behoef van Mari Jannes voorschreven.
Deze twee
rinsgulden jaarlijks werden afgelegd door Jan Reijners van Coersel en Wouter
Opt Venneken heeft de panden hiervan gekweten zoals men zal vinden op de
laatste dag van februari 1560.
1540, 03 juni.
Genachtendag. Folio 138
Gerit Peters met
zijn huisvrouw Elisabeth Kelberchts hebben opgedragen het goed in Heerl
gelegen, palend de gemeyn straet W, Lambrecht Op die Hoeve 2), Jorys Kelberchs
3), als een pand voor 2 mud rogge jaarlijks vallend op datum van gichten. Te
kwijten in twee keren met voor elke mud 25 rinsgulden gevalueerd geld (de
carolusgulden 20 stuivers, de philippusgulden 25 stuivers, de stuiver voor 3
placken). Jorys is ter gichte gekomen met recht.
24 februari 1559
heeft Katlijn Van Doernick met haar momber Peter Alen deze panden gekweten en
bekend dat hij de hoetpenningen en alle restanten ontvangen heeft. Peter Geerts
is ter gichte gekomen.
1540, 01 juli.
Jaergedinge nae Sint Jansmisse. Folio 138v
Iken Smets van
Coersel, die woont in het begijnhof van Diest, met haar momber Peter Kenens
heeft opgedragen het half mud rogge jaarlijks dat ze gelden heeft aan pand van
de kinderen van Jan Gaermans van Coersel, zoals men zal vinden op 20 oktober
1530. Gertruyt Commeclaes is ter gichte gekomen met recht voor 18,5 rinsgulden
gevalueerd geld (waarde zie hiervoor).
Deze rente is
afgelegd door Daem Wintmolders op 20 juni 1543 en Gertruyt Claes met haar
geleverde momber Jannes Vogelsanck kwijt de panden en zegt dat ze alles betaald
kreeg.
1540, 01 juli.
Jaergedinge nae Sint Jansmisse. Folio 139
Jan Vander
Eycken heeft opgedragen een stukje land met een bos gelegen onder Schoelen
omtrent den Berboss, grenzend Aert Meubens 1), de kerk van Heerck 2) en
Jan Vander Eycken zelf 3), als een pand voor 30 stuivers jaarlijks. Te kwijten
met 22,5 rinsgulden Brabants. Opgedragen tot behoef van Herman Borgelinx die
ter gichte is gekomen met recht.
In 1559 op 9
november heeft Herman Borgelinx zijn tocht van de bovengeschreven rente
opgedragen tot behoef van Jacop Cannarts als momber van zijn huisvrouw. Die is
hiermee tot tocht en erve gekomen met recht. Nu tocht en erf samen zijn, heeft
Jacop voorschreven deze rente van 30 stuivers jaarlijks opgedragen tot behoef
van Nijs Kelberchs en hij kwijt hem zijn panden. Hij verklaart dat hij volledig
voldaan is zowel van kapitaal als van renten. Jacop beloofde om zijn vrouw te
brengen om in te stemmen.
1540, 26
augustus. Genachten dach. Folio 141
Henrick Stalmans van
Beverloe heeft opgedragen de halve bempt genaamd 'dat Waterscap', grenzend
Gielis Laukens kinderen W, de kinderen van Jasper Hillen O, tot behoef van Aert
Stevens voor 182 rinsgulden gevalueerd geld. Aert is ter gichte gekomen met
recht. Contant werden 15 rinsgulden betaald en op Kerstmis eerstkomend nog eens
15 rinsgulden en de resterende som op Sint-Jansmisse erna.
Op 17 februari
1541 kwam Gertruyt Jans met haar geleverde momber Peter Jans en ze heeft haar
tocht opgedragen van de voorschreven bampt en Claes Brosis kwam in de naam van Jan
Stalmans ter gichte met recht.
Op 12 mei 1541
kwam Henrick Stalmans en hij bekende dat hij de gicht hierboven niet
heeft kunnen doen omdat hij niet ontvangen had en de tochtster nog leefde. Ze
heeft daarna haar tocht afgestaan en hij heeft ontvangen. Dus houdt hij de
gichte hierboven gedaan toch van waarde 'sonder fraude ende argelist'.
Aert Stevens
heeft de naderschap bekend aan heer Henric Cornelis en Jan Cornelis van de
voorschreven bampt. Stevens heeft zich ontgicht. Jan Cornelis is ter gichte
gekomen voor hem en voor heer Henrick voorschreven.
1540, 09
september. Genachten dach. Folio 142v
Heer Jan Nielens
van Coersel heeft ontvangen de goederen die verstorven zijn aan de kinderen van
Gorys Van Eertwich, namelijk aan Maria, Catharina, Anna, Joannes en Brigida.
Heer Jan is ter gichte gekomen.
1540, 09
september. Genachten dach. Folio 142v
Henrick Vanden
Mortel van Diest heeft ontvangen de goederen die hem verstorven zijn na de dood
van zijn ouders en hij is ter gichte gekomen met recht.
1540, 23
september. Genachten dach. Folio 145
Govaert Goens
heeft ontvangen de goederen die hem verstorven zijn na de dood van zijn ouders
en hij is ter gichte gekomen met recht.
1540, 23
september. Genachten dach. Folio 145
Henrick Thys
heeft ontvangen voor hem en Reyner Thys en voor de kinderen van Jan Thys,
namelijk Ida en Anneke Thys, de goederen die hen verstorven zijn na de dood van
Henrick Thys. Ze zijn ter gichte gekomen met recht.
1540, 23
september. Genachten dach. Folio 145v
Gowaert Goens
heeft opgedragen al zijn Loonse goederen in Coersel gelegen, namelijk een stuk
land gelegen bij Jan Cnaep geheten 'die Hoeve', groot omtrent 5 halster,
waarvan Wilhem Gheerts of zijn zusters en broers de wederhelft hebben. Het
grenst Mathis Jorys kinderen O, Jan Cnaep W, des heren straet N en Jan Cnaep Z.
Draagt nog op twee beemden genaamd 'Buetscopen' van omtrent drie dachmael groot
met een eusel daaraan gelegen, nog een halve zyl broek geheten 'den Clerck',
grenzend Henrick Aenden Boss W en Wilhem Gierts O. Samen opgedragen als een
pand voor 6,5 rinsgulden jaarlijks met valdag op Remigij. Opgedragen tot behoef
van Reijner Burgers kinderen. Peter Kenens kwam tot hun behoef ter gichte met
recht. Het gaat om Jan, Henrick, Reyner en Iken Burgers alias Homberge die ter
gichte zijn gekomen met recht maar hun moeder Mari Van Hombergh behoudt haar
tocht zolang ze leeft. Indien Gowaert of zijn erfgenamen deze rente willen
afleggen, kunnen ze dat doen met 130 rinsgulden gevalueerd geld (de
philippusgulden 25 stuivers, de goudengulden 28 stuivers, de stuiver voor 3 placken
Brabants). Hier is nog bij opgedragen 'dat Jonckeren Vvenne' gelegen achter
'den Hoge Boss', de Loonse grond. Verder zijn deze goederen enkel belast met 3
rinsgulden min 5 stuivers aan de H. Geest van Coersel en met des heren cijns.
1540 op 7
oktober kwam Iken Burgers met haar geleverde momber Lambrecht Vander Boercht en
ze heeft aan heer Jan Nielens deze rente als borg gezet voor het geval dat heer
Jan problemen zoou ondervinden betreffende de kwijtschelding die aan hem is
gedaan op 19 november 1534. Voorwaarde is dat men heer Jan of zijn erfgenamen
zal kondigen als men deze bovenstaande rente wil afleggen.
1540, 23
september. Genachten dach. Folio 146
Gowaert Goens
heeft bekend dat hij verkocht heeft aan Wilhem Gierts zijn kindsgedeelte aan
hem verstorven van zijn vader en moeder, zowel ter Loonse als Brabantse aarde
en ook in de laathof van Everbode onder Coersel gelegen, voor 450 rinsgulden
('vijffdalff hondert') in het geheel. Het Loonse gedeelte beloopt op 70
rinsgulden boven de lasten. Zijn neef Wilhem Ghierts is ter gichte gekomen met
recht.
1540, 07
oktober. Genachten dach. Folio 147
Aleyt Thys
wettige huisvrouw van Henrick Thys heeft met haar geleverde momber Peter Kenens
haar tocht opgedragen van een bempt gelegen in Oversel, grenzend 'dat Groet
Brock' W, meester Jan Liebens bempt O, tot behoef van haar zoon Peter die
hiermee tot tocht en erf is gekomen.
Nu tocht en erf
samen zijn kwamen Peter Thys en Wilhem Hollenders met zijn zuster Ariaen en met
haar geleverde momber Peter Kenens en ze hebben bekend dat ze de voorschreven
bempt verkocht hebben aan Jan Cromvoets van Hechtel voor 151 rinsgulden
Brabants geld. Jan kwam ter gichte met recht.
1540, 05
november. Genachten dach. Folio 150v
Jan Mentens
dochter van Coersel. Claes Magrieten heeft ontvangen als momber van zijn
huisvrouw Elisabeth Mentens de goederen di haar verstorven zijn na de dood van
haar vader Jan Mentens. Claes is ter gichte gekomen met recht.
1540, 06
november. Op buyten genachten. Folio 152
Jacob Kannaerts
zoon van Gerit Kannaerts met zijn geleverde momber Jan Tielens heeft opgedragen
tot behoef van zijn broer Wilhelm Kannaerts de goederen en het versterf dat
Jacobus aangekomen is na de dood van zijn vader en moeder met een goed waar
Jacob voorschreven gicht van heeft gekregen, geheten den Belick' 'metten
buschen'. Dat houdt momenteel Peter Bammens. Het is enkel belast aan Aert Inden
Baert van Hasselt met '12 rogge'', de anniversarien, en nog aan het godshuis
van Everbode 4 gulden. Mochten er meer lasten aan staan, dan zullen Jacob en
Wilhem ze samen dragen. Hij draagt zijn hele kindsgedeelte op dat hem
aangestorven is na de de dood van zijn ouders, gelegen onder de bank van
Lummen. Opgedragen voor 11 gulden Brabants jaarlijks met valdag op Kerstmis en
voor het eerst in 1541. Wilhem mag alle renten innen maar hij moet ook de
verlopen cijnzen betalen die aan het goed staan en de huur aan Jan Van
Berbroeck die gevallen is. Wilhem zal ook het klooster van de Augustijnen van
Hasselt tevreden stellen vanwege zijn broer heer Gerit Cannaerts.
1540, 18
november. Genachten dach. Folio 153
Jan Scurmans als
momber van zijn huisvrouw en Jan Gorys als momber van zijn huisvrouw hebben
ontvangen de goederen die hen verstorven zijn na de dood van Henrick Peters
kinderen. Zij zijn ter gichte gekomen met recht.
1540, 18
november. Genachten dach. Folio 153v
Jan Joes heeft
opgedragen twee stukken broek in Scholen gelegen, grenzend van het ene Gerit
Lemmens 1), Gerit Cocx 2) en Jan Pauls 3). Het andere grenst Jan Puls 1), des
heren straet op twee zijden en Jannes Hoens 4), tot behoef van Jan Inden Boem
voor 72 rinsgulden. Deze moeten betaald worden in 3 termijnen, met 30
rinsgulden contant, op Paeschen 21 rinsgulden en op Sint Jansmisse 21
rinsgulden, boven de lasten. die eraan staan. Deze zijn 3 rinsgulden jaarlijks.
De koper zal de pontpenningen nu 'verleggen' en ze in mindering brengen bij de
laatste betaling. Opgedragen tot behoef van Jan Van Nedercosen.
Dadelijk daarna,
nog terwijl de gicht was 'staende in des heren hant', kwam meester Jan Van
Gelmen en hij heeft de naderschap geboden en begeerd om de gicht te ontvangen.
Jan Van Nedercosen heeft hem de naderschap bekend. Meester Jan is ter gichte
gekomen met recht als nader 'gebloet'.
Op 2 juni 1541
heeft Jan Joes bekend dat hij goed betaald werd van het voorschreven geld door
meester Jan.
1540, 18
november. Genachten dach. Folio 154
Henrick Gijsens
van Loe heeft ontvangen als momber van zijn huisvrouw Heywich Wellens en Jannes
Wellens die goederen die hen verstorven zijn na de dood van Wilhem Peters alias
Vander Eycken. Ze zijn ter gichte gekomen met recht.
1540, 18
november. Genachten dach. Folio 154v
Peter Bosmans en
zijn zwager Matheus Van Viemeringhe hebben opgedragen een buske gelegen te
Scholen, grenzend Mari Claes 1), Jorys Vernyen 2) en Peter Winters 3), tot
behoef van Jorys Van Viemeringe voor 17 rinsgulden Brabants. Jorys (Vernyen Van
Wiemeringen, volgens de aanhef) is ter gichte gekomen met recht. Peter
en Matheus hebben beloofd om nog een 'meytsken' te brengen, Mari Van
Viemeringe, en Peters huisvrouw om met deze gicht in te stemmen. Dat hebben ze gedaan.
1540, 18
november. Genachten dach. Folio 155
Wilhem Cannaerts
heeft uitgegeven aan Jan Gielis alias Heymelers een erf geheten 'dat Roet',
gelegen te Scholen, met meer andere goederen gelegen onder de heer van Luije
(Loye) en nog een heide geheten 'die Vliegen VVelt' en 'die Vliegen Boss'
tussen hun regenoten gelegen. Opgedragen voor 3 rinsgulden en 7,5 stuivers
jaarlijks die Art Vanden Velde daarop erfelijk heft. Wilhem doet er afstand van
met recht en Jan is ter gichte gekomen met recht. Hierbij is nog een heike
uitgegeven en gegicht gelegen in Scholen, grenzend 'die Bonaers Straet' 1) en
Jan Van Loebos 2).
1540, 18
november. Genachten dach. Folio 155v
Elisabeth Wynen
met haar geleverde momber Jorys Wynen heeft opgedragen een plekje erf gelegen
op 'die Scriex Heyde', grenzend Gerit Niesen 1), des heren aert op 3 zijden,
Mathis Pelsers 4), als een pand voor 2 halster koren jaarlijks, vallend te
Coersel kermisse. Te kwijten met 7 rinsgulden Brabants gevalueerd geld.
Opgedragen tot behoef van Anna Van Ruberge met haar voorschreven (geen
vernoemd) momber en ze is ter gichte gekomen met recht. Voorwaarde is dat
Elisabeth aan Anna een onderpand zal stellen gelegen op Brabantse aarde.
10 mei 1571
heeft Wouter Hoeffmans in de naam van Jan Vaes deze panden gekweten en hij
bekende dat hij volledig betaald was van hoetpenningen en van de restanten.
Reyck is ter gichte gekomen.
1540, 16
december. Op genachten dach. Folio 160
Peter Smets,
zoon van Jan Smets van Coersel zaliger, heeft ontvangen als man en momber van
Pinxt Brucmans de goederen die haar verstorven zijn na de dood van haar broer
Gowaert. Hij is ter gichte gekomen met recht.
1540, 16
december. Op genachten dach. Folio 160v
De erfgenamen
van Pauls Jordens. Claes Van Thienwinckel met zijn huisvrouw Baet Vanden Hulst
hebben opgedragen 3 rinsgulden jaarlijks staande aan Magriet Poelmans pand. Het
betreft huis en hof te Scholen op 'die Stap' gelegen. Opgedragen tot behoef van
Heer Peter Poelmans voor 50 hornsgulden. Heer Peter is ter gichte gekomen met
recht. Claes beloofde om in te brengen Pauls en Peter Jordens en hun zuster
Stijn om in te stemmen met deze gicht zoals hij gedaan heeft. Pauls en Peter
voorschreven hebben deze gicht gedaan door Claes gelaudeerd en ze bekenden dat
dit goed aan Claes was toegevallen bij deling. Claes met zijn huisvrouw en zijn
zwager Pauls hebben afstand gedaan van hun rechten op de deling die aan hun
broer Peter is toegedeeld: 1 rinsgulden jaarlijks staande aan pand van meester
Jan Van Gelmen.
1540, 16
december. Op genachten dach. Folio 161
Aleyt Brucmans
met haar wettige momber Jan Sybens heeft opgedragen haar tocht van huis en hof
te Heerl gelegen tot behoef van haar kinderen Aert en Marie Brucmans, die ter
gichte gekomen zijn met recht. Het gaat om huis en hof grenzend Lambrecht Op
die Hoeffe 1), Gielis Pipen 2), des heren straet 3). De kinderen zijn tot tocht
en erf gekomen met recht.
Nu tocht en erf
samen zijn kwamen Aert en Mari en ze hebben, met haar momber Geret Coex, het
goed opgedragen tot behoef van Aert Pyls voor 5 rinsgulden boven de lasten die
eraan staan. Dat gaat om 2 vaet koren aan de kinderen van Lenaert Van Gelmen, een
vaet aan Heer Hubrecht Claes en 24 stuivers aan Gheert Pyls. Aert is ter gichte
gekomen met recht.
1541, 02
januari. Folio 162
Jan Tielens met
zijn huisvrouw Elisabeth Sweerts hebben opgedragen een bempt gelegen in
Oversel, grenzend Anthonis Witters op 2 zijden en 'die Roeye Beeck' Z en Jan
Kenens van Heechtel O, tot behoef van Berthel Gijbels voor 28 rinsgulden boven
de last die eraan staat. Last: aan Herman Bertheleyns 2 mud rogge en een
derdedeel van 2 philipsgulden jaarlijks. Berthel is ter gichte gekomen met
recht. Berthel beloofde aan Jan om van zijn goed onder Hechtel aan Jan Cleys 26
rinsgulden min 4 stuivers af te leggen. De rest heeft Bertel betaald, zoals Jan
bekende.
1541, 13
januari. Op jaergedinge. Folio 164
Jan Pouwels
heeft opgedragen een stuk beempts te Scholen gelegen aan 'die Backhuys VVoert',
palend meester Jan Van Gelmen op drie zijden en heer Berthelmeus Van Dornick
4), tot behoef van meester Jan Van Gelmen voor 6 rinsgulden erfelijk 2 stuivers
minder, die meester Jan voorschreven gelden heeft aan Philipus Philipus pand
onder Donck en die meester Jan zal gichten aan Jan Pouwels. Voorwaarde is dat
Jan 55 stuivers jaarlijks zal aftrekken zoals hij of zijn broer Pauwels aan het
pand van meester Jan in Scholen gelegen gelden hebben binnen een jaar of twee.
Jan zal de lasten betalen die gevallen zijn en vallen zullen van deze 55
stuivers jaarlijks. Opgedragen tot behoef van meester Jan die ter gichte is
gekomen met recht.
1541, 27
januari. Genachten dach. Folio 166
Jan Tielens van
Heechtel heeft opgedragen zijn tocht van een halve bunder beempt in Oversel
gelegen, tot behoef van zijn drie kinderen Jasper, Tielman en Iken. De kinderen
zijn hiermee tot tocht en erf gekomen volgens de inhoud van hun voorwaarden in
Hechtel gemaakt.
Nu tocht en erf
samen zijn, kwamen Jasper en Tielman en ze hebben bekend dat ze hun bempt in
Oversel gedeeld hebben met Merten Didden. De beemd was eerst in de lengte
gedeeld, lang geleden, en nu dwars. Merten heeft de zuidzijde die ze met stenen
hebben afgetekend. Jasper en Tielman hebben hem die 'bekant' en ze hebben er
afstand van gedaan met recht behalve dat ze hun varen behouden van een 'royen
toerff' (een roede turf) jaarlijks door de beemd van Merten en hun
drijven zoals de andere aangelanden. Peter Kenens heeft voor Merten gesproken
'dat thenden den tijt uutwaerts geet dat sal comen Anna Moens tochterse van
Mertens gedeelte ende sal tocht derffen ende als dan Merten hon sal doen van
gelycken op deese deylinge'. Jasper en Tielman hebben beloofd om hun zuster
Iken te brengen om in te stemmen met hetgeen ze gedaan hebben.
1541, 27
januari. Genachten dach. Folio 166v
Jan Pondenoies
heeft ontvangen voor hem, Cristijn Pondenoies en Mari Pondenoies de goederen
die hen verstorven zijn na de dood van Iken Pondernoies. Jan kwam ter
gichte met recht voor hem en voor zijn zusters.
1541, 10
februari. Genachten dach. Folio 168v
Geret Pelsers
heeft opgedragen zijn tocht van een stuk broek gelegen in 'den Pelsers Beempt'
of zijn kindsgedeelte, tot behoef van zijn kinderen Jan, Laureys, Mari en Anna.
Dezen zijn hiermee tocht tocht en erf gekomen met recht.
Nu tocht en erf
samen zijn, kwamen Jan, Laureys, Mari en Anna voorschreven en ze bekenden dat
ze dit broek geruild hebben op 1,5 mud rogge jaarlijks staande onder de bank
van Excel, erfelijk. Opgedragen tot behoef van Nel Oyen die ter gichte is
gekomen met recht.
1541, 17
februari. Folio 169 (2)r
Jan Beckers van
Coersel heeft opgedragen 2 percelen broek. Het ene is genaamd 'die Donck' en
grenst This Waes O, Merten Shagen W. Het andere gelegen in 'die stoeck' paalt
Jan Goens O, Henrick Kenens W. Opgedragen voor 123 rinsgulden gevalueerd geld
tot behoef van Wouter Hoeffmans, koster in Coersel. Wouter is ter gichte
gekomen met recht.
Op 9 februari
1542 kwam Wouter Hoeffmans voorschreven en hij heeft aan Jasper Seysens de
naderschap bekend van de voorschreven goederen en zich ontgicht. Seysen, zoon
van Jasper, is ter gichte gekomen met recht tot behoef van zijn vader Jasper.
1541, 03 maart.
Op genachten dach. Folio 170v
De procurator
van Diest uit het klooster van de Bogaerden, genaamd 'brueder Wouter ende
brueder Engel', heeft bekend dat hij voldaan is van het geleytenis dat hij
heeft van de kinderen van Peeter Witters. Hij heeft de gicht opgedragen tot
behoef van de drie kinderen van Peter Witters namelijk Aert, Elisbeth en Dimpna
en er afstand van gedaan. Aert, Elisabeth en Dimpna zijn ter gichte gekomen met
recht.
Op de laatste
dag van maart 1541 verklaarden de bogaarden dat ze de hoetpenningen en de rente
ontvangen hebben en ze kwijten de panden.
1541, 17 maart.
Genachten dach. Folio 172
Jan Goens heeft
opgedragen twee stukken beemd geheten 'den Bogaert' met de straten en dat uit
kracht van een testament gemaakt door zijn huisvrouw Mari Pipers zaliger. Dit
testament werd bewezen in 1541. Opgedragen tot behoef van Aert Cnaep voor 47
rinsgulden boven een mud rogge die eraan staat. Jan Cnaep is ter gichte gekomen
met recht.
1541, 31 maart.
Genachten dach. Folio 175v
Aert, zoon van
Peter Witters, en Elisabeth Witters met haar geleverde momber Peter Kenens
hebben beloofd aan Jan Ruttens van Hechtel dat ze hem de som van 75 rinsgulden
zullen betalen. Dimpna Witters met haar geleverde momber Peter Kenens beloofden
mee de voorschreven som te betalen 'bynnen uutgaen honre hueringen die zy met
Jan begrepen hebben' en dat op geleytenis van hun Loonse goederen. Alles
volgens hun voorwaarden.
1541, 07 april.
Op Buyten genachten dach. Folio 178
Gijsen Anckers
met zijn huisvrouw Anna Buschers hebben opgedragen een bos gelegen te Scuelen,
grenzend Henrick Inden Boem 1), Gorys Van Gulyck erfgenamen 2), Henrick Vander
Eycken en Geert Pyls 3) en Coenraert Van Malbrock 4). Opgedragen tot behoef van
Herman Borgelinx voor 30,5 rinsgulden en 5 stuivers. Herman is ter gichte
gekomen met recht.
Gijsen behoudt
hierin 3 'houteren die noch staen in wasschen', die Herman niet krijgt. Hiervan
is lijcop nae lantcoep gegeven.
1541, 12 mei. Op
genachten dach. Folio 182
Peter Smets zoon
van Jan Smeets van Coersel heeft opgedragen een stuk broek gelegen in Coersel
aan 'die Bredonck', geheten 'dat Groet Gesuer', grenzend Jan Leysen 1), Meus
Tielens 2) en Peter Cloesters 3), des heren straat 4). Opgedragen tot behoef
van Jannes Van Balen voor 87 rinsgulden. Voor de gichte kwam Meus Tielens en
hij wenste erin mee te parten omdat hij even na is. Jannes stemde toe. Daarop
zijn Jannes en Meus ter gichte gekomen met recht op voorwaarde dat Jannes van
zijn gedeelte aan Peter met Kerstmis 14 rinsgulden zal geven 'op geleytenis'
van zijn Loonse gederen. Jannes zal de noordzijde hebben en Meus de zuidzijde.
1541, 30 juni.
Folio 184
Meus Tielens
heeft opgedragen de 30 stuivers jaarlijks die hij gelden heeft op goederen
gelegen in Coersel, broek en land zoals men zal vinden op 24 september 1517.
Opgedragen tot behoef van Everaert Van Capellen en zijn huisvrouw Mari Swerts.
Everaert is ter gichte gekomen met recht op voorwaarde dat deze rente na de
dood van Everaert en zijn huisvroouw Mari zullen regres hebben op de erfgenamen
en nakomelingen van Mari, of aan degene aan wie ze ze zal laten. Het geld is
immers gekomen van haar kindsgedeelte. Hiervoor is gegeven 27 rinsgulden eens.
1541, 30 juni.
Folio 184v
Merten Schogen
heeft opgedragen een bluexken gelegen te Geestel aan 'den VVeltgader', grenzend
Jan Wilhems 1), 'die VVelt Straet' op twee zijden. Draagt nog op een euselke
geheten 'Calver Evet', de helft daarvan, tot behoef van Aert Van Erwicht voor
een hoeve en drieske te Voertken onder Coersel gelegen. De huisvrouw Anna is
ter gichte gekomen met recht voor haar man Aerd. Merten geeft aan Aerd 30
rinsgulden toe bij het voorschreven goed.
1541, 30 juni.
Folio 185
Ghert Pijls
heeft opgedragen een huisje met een hoefke gelegen te Schuelen aan 'die Hagels
VVoert', grenzend des heren straet 1), Conraert van Malbrock erfgenamen 2), tot
behoef van Gijsbrecht zoon van Geert Pijls voorschreven. Gijsbrecht is ter
gichte gekomen met recht. Dit is overgegicht zonder er iets voor te geven.
1541, 30 juni.
Folio 185v
Deling tussen de
kinderen van Jan Sybens.
Jacop Sybens met
zijn zusters Meye en Ida met hun mombers hebben een scheiding aangegaan als
volgt. Aan Jacop met zijn zuster Meye is toegedeeld het goed in Scholen
gelegen, zoals het hen vanwege hun vader en moeder aangestorven is. Dyonis
Lemmens met zijn wettige huisvrouw Ida Sybens hebben hiermee ingestemd op
voorwaarde dat zij aan hen ook de goederen in Vliermael gelegen zullen
toewijzen zonder fraude of argelist. De deling van Schoelen zal aan de deling
van Vliermael twee philipsgulden toegeven eens, elk een, en nog 'VIII die alre
beesten houters die op eerff van Schoelen staen', te weten staande op Bosken te
Roeijen.
1541, 01 juli.
Folio 186v
De schout en de
schepenen van de stad van Heerck hebben aangebracht dat heer Gowaert Snoex als
rentmeester van de heer van Ludick gekomen is en dat hij geklaagd heeft op
zekere gronden toebehorend aan Mathis van Halbeeck wegens gebrek van betaling
van de grondcijns. Er werd zover geprocedeerd dat de schepenen gewezen hadden
het geleytenis van de gronden. Die gronden zijn gelegen onder deze schepenbank
en heer Govaert begeerde als rentmeester dat onze meier de schepenen zou manen.
Dat gebeurde en onze schepenen wezen dat men heer Gowaert zou leiden tot het
goed en hem rijs en hout leveren. Dat is gebeurd en aan de partijen 'waert
gevalt gesclagen ende gecondicht'.
1541, 01 juli.
Folio 186v
De rentmeester
heeft uitgegeven aan Ghert Coex voor zijnen 'aensel', grenzend des heren straat
op drie zijden. Hij moet er jaarlijks 1 penninck grondcijns voor betalen. De
palen werden gebannen met alle vormen van recht.
1541, 01 juli.
Folio 187
Mari Sybens met
haar geleverde momber Jan Inden Boem hebben opgedragen haar kindsgedeelte onder
het land van Lumpmen gelegen tot behoef van Jan Scurmans voor 3 rinsgulden en 5
stuivers jaarlijks, eeuwig en erfelijk te betalen met valdag op Kerstmis, voor
het eerst in 1542. Jan Scurmans is ter gichte gekomen met recht.
Daarna kwam Jan Scurmans met zijn huisvrouw Mari Coex en ze hebben opgedragen
een bos op 'Rueen Heycken' gelegen als een onderpand voor het geval dat hun
betaling in gebreke bleef, zodat het eventueel met het hoofdpand kan ingewonnen
worden.
1541, 01 juli.
Folio 187
Jacop Sybens
heeft zijn goederen ook opgedragen voor 2,5 rinsgulden Brabants jaarlijks,
erfelijk en eeuwig te betalen, los boven alle lasten. Tussen dit en half vasten
moet er nog 15 rinsgulden gegeven worden. De rente valt jaarlijks ook met
Kerstmis. Opgedragen tot behoef van Jan Scurmans, die ter gichte is gekomen met
recht.
Jacop Scurmans
heeft hier voor een onderpand opgedragen 'het Bachuijs VVelt', grenzend Lieben
Merhouts 1), Claes Joes kinderen 2), des heren straet 3).
1541, 14 juli.
Folio 187v
Henrick Custers
van Heerck heeft opgedragen de 2 rinsgulden jaarlijks die hij gelden had aan
het zusterklooster geheten Sinte Chatlijnendael, voor 36 rinsgulden. Zuster
Jenneke Vander Beeck is ter gichte gekomen tot behoef van het godshuis met
recht. Deze twee rinsgulden staan aan goed te Royen gelegen, grenzend de Laeck
1), 'Pipen Goet' 2).
1541, 14 juli.
Folio 187v
Mathis Bogaers
heeft opgedragen huis en hof gelegen aan 'Stappen Heye', grenzend Reyner
Schurmans 1), Ghert Lemmens 2), als een pand voor een half mud rogge jaarlijks.
Steeds te kwijten de halster met 5 stuivers of met koren. Valdag op Sinte
Magrieten dach. Te kwijten met 12 rinsgulden gevalueerd geld (de
philippusgulden 25 stuivers, de carolusgulden 20 stuivers, de stuiver voor drie
placken Brabants). Digen Pauls kwam ter gichte met recht.
1541, 06
oktober. Op jaergedinge nae Remigij. Folio 191v
Jheronimus
Valkers heeft opgedragen zijn tocht van het schuurtje (den scuerken) in Coersel
gelegen, grenzend des heren straet Z en Ghiel Kenens op drie zijden, voor 25
rinsgulden. Daarvan wordt de helft geteld voor de Brabantse aarde. Opgedragen
tot behoef van zijn zoon Henrick die hiermee tot tocht en erf is gekomen met
recht.
Nu tocht en goed
samen zijn, kwam Henrick voorschreven en hij heeft het voorschreven schuurke
opgedragen tot behoef van Jan Gheerts voor de voorschreven som. Jan is ter
gichte gekomen met recht. Henrick heeft ook gesproken voor zijn zuster dat ze
zal afstand komen doen van het voorschreven huis.
1541, 06
oktober. Op jaergedinge nae Remigij. Folio 191v
Jan Gheerts
heeft opgedragen een schuurke te Coersel gelegen en met de plaats daar onder,
tot behoef van Jan Moens van Hechtel, niet wonende te Coersel voor en om (stopt
hier).
1541, 06
oktober. Op jaergedinge nae Remigij. Folio 192
Jan Vanden Put
heeft opgedragen een hoeff in Coersel gelegen, geheten 'den Pachuys Hoff' als
een pand voor 1 rinsgulden jaarlijks. (Stopt.) In de aanhef: Jan Vanden
Put ende Peter Coex.
1541, 14
oktober. Folio 194v
Jan Greven heeft
opgedragen zijn tocht van al zijn Loonse goederen tot behoef van zijn dochter
Lijnen. Het betreft huis en hof in Schoelen gelegen, grenzend 'die Beerboss
Steyge' 1) en Vreve van Gulyck 2), 'Malbrock Goet' 3). Tevens betreft het een
bampt in Scholen gelegen, Jan Vander Eycken W, 'die VVoert' O, des heren straet
W. Lijn is hiermee tot tocht en erf gekomen.
Nu tocht en erf
vergaderd zijn, kwam Chatlijn voorschreven met haar geleverde momber Ghert Coex
en ze hebben opgedragen het voorschreven goed tot behoef van Henrick Vernyen
voor 60 Brabantse gulden boven alle lasten en pontpenningen die eraan uitgaan.
Henrick werd erin gegicht en gegoed met recht.
1541, 14
oktober. Folio 194v
De kinderen van
Jan Truyens van Beverloe.
Peter Kenens
heeft in de naam van de kinderen van Jan Truyens de goederen ontvangen die hen
verstorven zijn na de dood van Henrick Hoeveners en zijn huisvrouw. Peter kwam
in de naam van de kinderen Henrick, Grtruyt, Anna, Elisabeth en Mari ter gichte
met recht.
1541, 10
november. Folio 198v
Jan Vanden Put
heeft opgedragen een huis met de hof te Coersel gelegen, geheten 'den Backhuys
Hoff', O Peter Kenens, die VVelt straet W, des heren straet N, als een pand
voor 27,5 stuivers jaarlijks. Te kwijten in twee keren: 13,5 rinsgulden voor 15
stuivers jaarlijks. Te kwijten met gevalueerd geld. Met 10 rinsgulden wordt de
rente van 12,5 stuivers jaarlijks afgelegd. Valdag op Sinte Mathis dach. Jan
Leysen is met recht ter gichte gekomen tot behoef van de vroegmis. Op
grondcijns na is het pand los en vrij.
Deze penningen heeft Peter Kenens afgelegd en Jan Mentens placht de som te
gelden en de andere Aert Dirix. Deze 12,5 stuivers vallen jaarlijks op Sinte
Peter en Pauls dach.
Op 7 juni 1548
kwam Wouter Hoeffmans als rentmeester van Sint Anna altaar en hij kweet aan
Cathlijn Joris, houder van het pand, tot behoef van haar kinderen die haar zijn
gebleven van Henrick Vanden Put.
1541, 24
november. Op genachten dach. Folio 200
Wilhem van Ghint
met zijn wettige huisvrouw Styn Pondernoes hebben opgedragen een bluexken
gelegen bij na 'den Balx Wijer', grenzend des heren straet op twee zijden,
joncker Coenraert van Malbrock 3), tot behoef van Henrick Meggelen voor 22
rinsgulden Brabants. Enkel belast met grondcijns. Henrick kwam ter gichte met
recht. Hiervan is gegeven '1 oert stuiver' als goedspenninck en lycop nae
lantcoep.
1541, 24
november. Op genachten dach. Folio 201
Jan Nobels met
Clara zijn huisvrouw hebben opgedragen een stuk broek geheten 'dat Buetscop' in
Coersel gelegen, dat eerder gegoed is geweest ter Brabantse aarde. Met het
recht is door de twee wetten bewezen dat in 1475 het onder de Loonse aarde lag.
Opgedragen tot behoef van Gielen Kenens in de naam van zijn kinderen Henrick,
Kenen en -. Michiel kwam in de naam van zijn kinderen ter gichte met recht voor
75 rinsgulden. De pontpenningen beliepen op 3,5 rinsgulden en 2,5 stuivers
Diester paye.
1541, 24
november. Op genachten dach. Folio 201
Henrick Vanden
Moertel heeft opgedragen al zijn Loonse goederen, namelijk een hof in Schoelen
gelegen, Mari Claes 1), des heren straet 2), als een pand voor een half mud
rogge en 1 rinsgulden jaarlijks met valdag op Sinte Chatlijne avond tot behoef
van Jan Afflyssen. Te kwijten met 31 rinsgulden in dobbele stuivers en in ander
goed geld. Jan is ter gichte gekomen met recht. Henrick staat garant met zijn
Loonse goederen.
24 januari 1555
kwam Katlijn Vanden Zavel weduwe van Jan Afflissen en ze heeft opgedragen tot
behoef van Dries Zmeets als momber van Geertruyt Afflissen haar tocht van het
voorschreven half mud rogge en 1 rinsgulden jaarlijks. Dries kwam als momber
van zijn huisvrouw tot tocht en erve. Nu tocht en erve samen zijn, heeft Dries
Smeets met zijn huisvrouw het voorschreven half mud rogge en de rinsgulden
jaarlijks opgedragen tot behoef van meester Jan Van Gelmen. Ze kwijten het pand
en bekennen dat ze het kapitaal en alle renten ontvangen hebben van meester
Jan. Meester Jan is ter gichte gekomen.
1541, 15
december. Op genachten dach. Folio 203
Symon Moens en
Jan Moens, kinderen van Henrick Moens van Coersel, hebben voor hen en voor
Chatlijn en Bric Moens, hun zusters, de goederen ontvangen die hen na de dood
van Henrick zoon van Dionys Moens, hun broers zoon, zijn verstorven. Ze zijn
ter gichte gekomen met recht.
1541, 15
december. Op genachten dach. Folio 204
Wilboert Lemmens
heeft opgedragen een dachmael broek gelegen in 'die Auwe Beempden' onder
Oversel, grenzend meester Wilboerts erfgenamen O, 'den Stevens Bampt' W,
Magriet Lemmens 3), tot behoef van Jan Lemmens voor 20 rinsgulden los en vrij
boven de uitgaande lasten. Tevens opgedragen een half bloek daarbij gelegen bij
'Hollans Venne', grenzend Magriet Royen kinderen O, de gemeynen weech op twee
zijden en Marie Jorys 4). Jan is ter gichte gekomen met recht.
1542, 12
januari. Op jaergedinge. Folio 205
Peter Van
Moelstede heeft zijn kindsgedeelte opgedragen en Loonse goederen gelegen onder
Coersel tot behoef van Cornelis van Moelstede voor de aanstaande last en de
verlopen ervan. Cornelis kwam ter gichte met recht. Voor het verloop werden 4
stuivers pontpenningen gegeven.
1542, 26
januari. Op genachten dach. Folio 206
Jannes Claes en
Magriet Claes hebben de goederen ontvangen die hen verstorven zijn na de dood
van hun zuster Marike Claes. Ze zijn ter gichte gekomen met recht.
Daarna heeft
Magriet Claes met haar geleverde momber Henrick Meukens bekend dat ze het
versterf van haar zuster zaliger voorschreven aan niemand anders zal geven of
zal maken, noch verkopen, dan laten na haar dood aan de kinderen van Jannes
Claes, de eersten ende laatsten. Dat doet ze volgens het testament van Mari
Claes zaliger.
1542, 26
januari. Op genachten dach. Folio 206
Jannes Claes
voorschreven en Griet Claes voorschreven met haar geleverde momber Henrick
Meukens - en Jannes heeft afstand gedaan van zijn 'clerckscap' - en ze hebben
samen opgedragen a) een half bunder broek geheten 'dat Zekers Stuck', grenzend
de begijnen van Diest 1), de Demer 2); b) twee roijen broek gelegen op 'die
Crickels Laeck', palend de Crickels Laeck 1), Gertruijt Meukens 2). Ze dragen
deze goederen op 'in propere gifften' zonder er iets van te geven aan heer
Baerthelmeus van Dornick. Heer Baerthelmeus is ter gichte gekomen met recht.
1542, 26
januari. Op genachten dach. Folio 206v
Jannes Claes en
Grietke Claes voorschreven met haar momber Henrick Meukens hebben opgedragen
hetzelfde voorschreven goed, waar heer Barthelmeus voorschreven de helft van
heeft, tot behoef van Jorys Kelberchts. Joris is ter gichte gekomen met recht.
Prijs?
1542, 26
januari. Op genachten dach. Folio 206v
Cornelis Van
Moelstede alias Houwers heeft opgedragen al zijn Loonse goederen onder Coersel
gelegen, namelijk a) het zesde deel van twee molens onder Coersel gelegen waar
Wouterus Rogiers de helft van heeft; b) het vijfde gedeelte van de helft van de
voorschreven goederen die hij onlangs verkregen heeft en gekocht heeft van zijn
broer Peter Houwers, dat hun samen verstorven was na de dood van hun ouders Jan
en Magriet van Moelstede. c) alle andere percelen broek en land gelegen onder
Coersel tussen hun regenoten, zowel de stockgoederen als de goederen die hij
verkregen heeft van zijn broer Peter. Alles samen wordt opgedragen als een pand
voor een mud rogge jaarlijks, vallend op datum van gichten. Opgedragen tot
behoef van Jannes Keysmans (Keesmans) poorter van de stad Diest. Dit mud kunnen
Cornelis of zijn erfgenamen afleggen met 25 rinsgulden Brabants geld (de
carolusgulden 20 stuivers, de philippusgulden 25 stuivers, de gouden gulden
voor 28 stuivers de stuiver voor 3 placken Brabants). Dit mud moet jaarlijks
geleverd worden in Diest bij Jannes of zijn nakomelingen, los en vrij van alle
belastingen, beden en onkosten. Jan kwam in het mud rogge ter gichte met recht.
Jan begeerde hiervan zegel en brief en dat werd door Cornelis toegestaan.
1542, 26
januari. Op genachten dach. Folio 207
Wouter Thys
heeft met zijn wettige huisvrouw Anna Claes opgedragen een stuk erf geheten
'die Scomme', gelegen op 'Heechelen', grenzend des heren straet 1), Jan Gielis
Z, tot behoef van Jan Tielens voor 2 gouden gulden eens. Jan Tielens is ter
gichte gekomen met recht.
1542, 26
januari. Op genachten dach. Folio 207
Wouter Thys
heeft opgedragen een bloeck geheten 'dat Lindekens Bloeck', grenzend Peter Jans
O, Wouter Brusselmans 2), tot behoef van Lambrecht Truyens. Voor 8,5
rinsgulden. Lambrecht is ter gichte gekomen met recht.
1542, 30
januari. Folio 208
De rentmeester
heeft uitgegeven een hostaet aan Chatlijn Wellens voor haar aensel, grenzend
des heren straet op 3 zijden, op 4 penninck grondcijns met valdag Remigij. Het
is gebannen volgens de costumen der bancken recht en ze heeft de gicht
ontvangen.
1542, 30
januari. Folio 208
De rentmeester
heeft uitgegeven een hostaet aan Henrick Berben te Coersel op 3 penninck
grondcijns, voor zijn erf, grenzend des heren aert O, Z en N. De paling werd
gebannen en er is gicht gedaan 'nae onser bancken recht'.
1542, 20
februari. Op genachten dach. Folio 209
Mathis Thys van
Schuelen heeft opgedragen zijn tocht van zijn Loonse goederen tot behoef van
zijn twee kinderen Aert en Magriet om hen daar een mud rogge te laten
aanstellen en niet meer. Aert en Magriet zijn tot tocht en erf gekomen.
Nu tocht en erf
vergaderd zijn, kwamen Magriet voorschreven met haar geleverde momber Peter
Sannen en Aert haar broer en ze hebben opgedragen huis en hof gelegen te
Scuelen, grenzend Aert Van Dornick 1), des heeren straet W; tevens een zyl
broek gelegen op 'den kant vander Laken', grenzend Aert Meukens kinderen O, de
gemeyn vvoert W, als een pand voor een mud rogge jaarlijks met valdag op datum
van gichten. Te kwijten met 26 rinsgulden Brabants gevalueerd geld. Opgedragen
tot behoef van Peter Van Hamel, die ter gichte is gekomen met recht van het mud
rogge.
In 1554 op 28
juni draagt Lambrecht Neven met zijn geleverde momber Willem Geerts het
voorschreven mud rogge op tot behoef van Jan Vernyen en hij kwijt de panden.
Neven werd goed betaald.
1542, 20
februari. Op genachten dach. Folio 209
Wilhem Mommers
met zijn wettige huisvrouw Magriet Bogaers hebben hun gedeelte opgedragen in
een beempt te Coersel gelegen 'daermen giet nae Aleyt Seijsens', palend Henrick
O, de kinderen van Iken Huben W. Dragen tevens op 3 halster koren aan Thomas
Cremers panden. Hierbij is nog een goed verkocht sorterend onder de Laethof van
de heer van Everbode onder Coersel gelegen. Voor het Loons gedeelte voor 25
rinsgulden. Opgedragen tot behoef van Gijsbrecht Metten. Gijsen is ter gichte
gekomen met recht.
1542, 09 maart.
Op genachten dach. Folio 211v
Lemmen Dierix en
Jan Metten hebben ontvangen de goederen die hen verstorven zijn na de dood van
Anna Cleresnyders. Lemmen is ter gichte gekomen als momber van zijn huisvrouw
voor hem en voor Jan met recht.
1542, 09 maart.
Op genachten dach. Folio 212
Lambrecht Dierix
met Juete Houtmans alias Clersnyers en Jan Metten hebben opgedragen een stuk
land gelegen in Coersel, geheten 'die Paelmans Hoeve', grenzend Philippus Op
Straet W, 'den hergracht' O, 'die Scricx Heyde' Z en Anthonis Mulders N, tot
behoef van Chatlijn Ghierts alias Boeyen voor 116 rinsgulden en 13 stuivers
boven de uitgaande lasten. Chatlijn is ter gichte gekomen met recht. Drie
stuivers godspenninck, 1 rinsgulden lycop.
1542, 23 maart.
Folio 215v
Mieuwis Tielens
van Coursel heeft opgedragen de rinsgulden jaarlijk die hij gelden had aan pand
van de kinderen van Henrick Goeyens van Coursel, namelijk aan een blookske
gelegen bij die 'Buschoppen', zoals men zal vinden op 6 maart 1511, tot behoef
van Peeter Kenens voor 18 rinsgulden Brabants. Peeter Kenens is ter gichte
gekomen met recht.
1542, 23 maart.
Folio 216v
Gowaert Op die
Hoeve met zijn huisvrouw Aleyt Joes hebben opgedragen een hof gelegen te
Scuelen, palend des heren straet op 2 zijden en 'die Swert Beeck' 3), VVreff
van Gulick 4), als een pand voor een half mud rogge jaarlijks. Te kwijten
jaarlijks met het half mud of met 4,5 stuivers Brabants per halster. Af te
leggen met 12,5 rinsgulden gevalueerd geld. Valdag op Lichtmis. Heer Gowaert
Snoex is ter gichte gekomen met recht.
Op 14 september
1559 heeft meester Dierick de Wuest de bovengeschreven panden gekweten van het
half mud rogge jaarlijks. Hij is goed betaald van kapitaal en alle restanten en
Lambrecht Joes is tot de gichte gekomen met recht.
1542, 23 maart.
Folio 217
Gowaert Ruttens
heeft opgedragen zijn Loonse goederen met zijn huisvrouw Mari Tielens. Het gaat
om hun gedeelte gelegen onder Coersel. Ze zetten het als pand voor een half mud
rogge en 12,5 stuivers jaarlijks met valdag op 'Onser VVrouwen Dach' in maart.
Te kwijten met 25 rinsgulden gevalueerd geld (de carolusgulden aan 20 stuivers,
de philippusgulden 25 stuivers). Opgedragen tot behoef van Peter Perduns van
Beverloe. Andries Cuelts en Reyner Rutten kwam als mombers van Peter ter gichte
met recht op voorwaarde dat de moeder van Peter voorschreven in het half mud en
de 12,5 stuivers zal getochtigd blijven haar leven lang. Het geld is gekomen
van de kinderen van Jan Baten van Beverloe die dit vroeger aan Jan Perduns
zaliger, de vader van Peter, 'gegouwen' heeft.
Op 13 april 1553
heeft Peter Perduyns deze panden gekweten van het half mud rogge en de 12,5
stuivers jaarlijks.
1542, 20 april.
Op jaergedinge nae Paeschen. Folio 218v
Chatlyn
Drosseten met haar geleverde momber Herman Borgelinx heeft opgedragen een stuk
broek gelegen int Scuelen Brock, geheten 'den Prusenbeempt', grenzend Theus
Heerien 1), Jan Inden Boem 2), Henrick Inden Boem 3). Opgedragen tot behoef van
Jan Clockluyers voor 100 carolusgulden Brabants gevalueerd geld. Jan kwam ter
gichte met recht.
Chatlyn staat
ervoor garant dat het pand onbelast is op grondcijns na.
Op 5 april 1543
kwam Jan Cluckers voorschreven en hij heeft naderschap bekend aan Symon
Bervoets van de voorschreven koop en hij heeft zicht ontgicht. Symon is ter
gichte gekomen met recht.
1542, 20 april.
Op jaergedinge nae Paeschen. Folio 220
Gowaert Ruttens
met zijn wettige huisvrouw hebben opgedragen al hun Loonse goederen tot een
pand voor een half mud rogge jaarlijks en 12,5 stuivers jaarlijks met valdag op
Onser Liever VVrouwen dach in maart. Te kwijten met 25 rinsgulden Brabants
gevalueerd geld. Enkel rogge en geld samen af te leggen.
Gegicht op 23
maart 1542 (zie folio 217). De gehele som bedraagt 50 rinsgulden
gevalueerd geld. Andries Cuelts is ter gichte gekomen als momber van Peeterke
Perduns met recht. De moeder van Peeter moet haar leven lang de tocht krijgen
van koren en geld. De mombers bekenden dat zij het geld ontvangen hadden van de
kinderen van Jan Baten van Beverloe, die daarvoor aan de vader van Peterke een
mud rogge en 25 stuivers jaarlijks aflegden.
Op 13 april 1553
heeft Peter Vernyns deze panden gekweten van het half mud rogge en de 12,5
stuivers jaarlijks. Is in hoede gekeerd.
1542, 20 april.
Op jaergedinge nae Paeschen. Folio 221
Segher Van Heer
met zijn huisvrouw Mari Jacops en Jan Metten met zijn huisvrouw Elisabeth
Jacops hebben opgedragen de 6 halster koren die ze gelden hebben aan een pand
van Mathis Thys van Schuelen tot behoef van Jan Wevers voor 15 hoernsgulden
eens. Jan Wevers is ter gichte gekomen met recht.
1542, 20 april.
Op jaergedinge nae Paeschen. Folio 221v
Jacop Vanden
Bogaert heeft opgedragen een stuk broek geheten 'dat Haelff Husen Beempken',
grenzend de Laeck 1), Baet Willers erfgenamen 2), voor 25 rinsgulden Brabants
tot behoef van Herman Borgelinx. Herman is ter gichte gekomen met recht.
1542, 20 april.
Op jaergedinge nae Paeschen. Folio 221v
Jan - als momber
van zijn huisvrouw heeft de goederen ontvangen die zijn huisvrouw verstorven
zijn na de dood van haar vader Theus Mertens van Coersel en die haar versterven
zullen na de dood van haar moeder. Jan is ter gichte gekomen als momber met
recht.
1542, 27 april.
Op buyten genachten. Folio 222
Gowaert Vanden
Boss heeft kwijting gewenst van Henrick Bervoets. Henrick heeft Gowaert
voorschreven een half mud koren jaarlijks gekweten, staande aan pand van
Gowaert. Henrick ontving de hoetpenningen met de renten en kwijt de panden.
1542, 04 mei.
Folio 222v
Symon Moens
wonend in Meerhout heeft opgedragen het goed of het gedeelte dat hem verstorven
is na de dood van zijn neef Henrick, zoon van Dyonis Moens zaliger, tot behoef
van Anthonis Coernelis van Coersel voor 50 rinsgulden los Brabants geld Diester
paye. Anthonis is ter gichte gekomen met recht. Godspenninck een halve stuiver,
lijcop 20 stuivers.
1542, 04 mei.
Folio 222v
Henrick Eermen
zoon van Mathis Eermen van Heechtel heeft de goederen ontvangen die hem
verstorven zijn na de dood van zijn vader. Hij kwam ter gichte met recht.
1542, 04 mei.
Folio 222v
Lijn (Chatlijn)
Gaermans met haar geleverde momber Michiel Garmans en Jan Garmans hebben al hun
Loonse goederen onder Coersel gelegen opgedragen die hen vanwege hun vader en
moeder zijn aangestorven tot behoef van Daem Wintmolders voor 70 rinsgulden
Brabants geld. De helft daarvan wordt genomen als hier hovend, dus op 35
rinsgulden. Hiervoor zal Daem hen jaarlijks 2 rinsgulden geven met valdag op
datum van gichten. Te kwijten met dezelfde som, 35 rinsgulden.
Voor meer
'vveesticheyt' voor Daem kwamen Michiel Garmans en Michiel Op die Hoeve en ze
hebben beloofd dat ze het kind van Jan Garmans, dat hij behouden heeft van
Heylwich Ghielts van Helchteren, zullen laten instemmen. Jan heeft dat ook
beloofd en de rente van de hoetpenningen zal zolang aan het pand berusten tot
dat dit gedaan is.
Daem heeft als
een onderpand voor de jaargulden opgedragen zijn Loonse goederen die hij
vroeger van Jan Gheerts van Coersel verkregen heeft, voor het geval dat het
pand zou ingewonnen worden.
Op 2 juni 1552
hebben Jan Gaermans en Mathys Gaermans deze panden gekweten van 1 rinsgulden
van de twee die er jaarlijks aan staan. Ze hebben ervoor 17,5 rinsgulden
Brabants geld eens voor ontvangen. Adam Wintmolders is tot de gichte gekomen.
De voorschreven personen hebben verder ingestemd met de bovenstaande gicht en
ze van waarde gehouden.
Op 23 maart 1553
hebben Jan Gaermans en Michiel Gaermans dit 'tweedeel' van de 1 rinsgulden
jaarlijks voorschreven gekweten. Adams Daems is ter gichte gekomen.
1542, 25 mei.
Folio 225
De kinderen van
Jan Truyens. Henrick Truyens, Peter Meukens met zijn huisvrouw Marie Truyens en
Anna, Elisabeth en Gertruyt Truyens met hun geleverde mombers hun omen Adriaen
Jans en Peter Truyens, hebben opgedragen een beempt geheten 'den Keerweech' in
VVoertken gelegen onder Coersel, palend Thomas Coppens O, Reyner Op Straet
erfgenamen W, tot behoef van hun oom Peter Jans voor 100 rinsgulden. Peter Jans
is ter gichte gekomen met recht.
1542, 25 mei.
Folio 225v
De kinderen van
Jan Truyens. Henrick Truyens, Peter Meukens met zijn huisvrouw Marie Truyens en
Anna, Elisabeth en Gertruyt Truyens met hun geleverde mombers hun omen Adriaen
Jans en Peter Truyens, hebben opgedragen het derdedeel van 'den Wijghers
Bloeck' in Voertken onder Coersel gelegen, grenzend Henrick Aenden Boss W, Jan
Jorys erfgenamen O, tot behoef van Henrick Aenden Boss voor 50 rinsgulden.
Henrick is ter gichte gekomen met recht.
1542, 25 mei.
Folio 225v
Henrick Truyens,
Peter Meukens met zijn huisvrouw Marie Truyens en Anna, Elisabeth en Gertruyt
Truyens met hun geleverde mombers hun omen Adriaen Jans en Peter Truyens,
hebben opgedragen, samen en elk apart, een beempdeke in Voertken onder Coersel
gelegen, palend Peter Jans O en W, voor 53 rinsgulden 'lichts geelts' (den
yserman 10 stuyvers). Clara Op Straet moeder van Henrick Op Straet is ter
gichte gekomen voor haar zoon Henrick, maar de tocht is voor haar. Hiervan
werden 2,5 rinsgulden Diester paije betaald voor pontpenningen.
1542, 25 mei.
Folio 226
Gijsen Pylts
heeft opgedragen met zijn geleverde momber Jan Van Nedercosen, een huiske met
een hoefke gelegen te Schuelen. Het grenst Magriet Conradts 1), des heren
straet op twee zijden. Opgedragen tot behoef van Aert Van Dornick voor 2
rinsgulden jaarlijks. Hiervan moeten binnen het jaar 10 stuivers afgelegd
worden voor een onderpand. Dan blijven er dus nog 30 stuivers jaarlijks aan
staan. Aert is ter gichte gekomen met recht.
1542, 05 juni.
Folio 227v
De rentmeester
van onze genadige heer van Lumpmen heeft uitgegeven een 'hostaet' aan Peter
Reyners van Coersel, achter zijn hof, grenzend de kinderen van Mari Wynen W,
des heren straet O en Z, Peter Reyners N. Op twee penningen grondcijns
jaarlijks te betalen op St.-Remigius. De palen werden gebannen 'naerder alder
costumen'. Peter Kenens is ter gichte gekomen tot behoef van Peter Reyners
voorschreven.
1542, 05 juni.
Folio 227v
De rentmeester
van onze genadige heer van Lumpmen heeft uitgegeven een 'hostaet' op Scriex
Heyde aan Ghert Niesen van Coersel aan zijn erve, op twee penningen grondcijns
vallend Remigij. De gicht werd gedaan aan Ghert na het bannen en volgens 'onser
bancken recht'.
1542, 05 juni.
Folio 227v
De rentmeester
van onze genadige heer van Lumpmen heeft uitgegeven een 'hostaet' aan Elisabeth
Wynen van Voertken onder Coersel op Scriex Heyde, op twee penningen grondcijns.
De paling grenst Matheus Pelsers W, Elisabeth voorschreven N. De paling werd gebannen
en ze werd erin gegicht met recht.
1542, 05 juni.
Folio 227v
De rentmeester
van onze genadige heer van Lumpmen heeft uitgegeven een 'hostaet' aan Gielis
Scriex op Scriex Heyde oostwaarts naast zijn erve, op vier penninck grondcijns.
De rentmeester heeft de palen gebannen en Gielis werd erin gegicht en gegoed
met alle formaliteiten van recht.
1542, 05 juni.
Folio 227v
De rentmeester
van onze genadige heer van Lumpmen heeft uitgegeven een 'hostaet' aan Matheus
Pelsers op 1 penninck grondcijns. De paling grenst Elisabeth Wynen O, Matheus
zelf Z, des heren straet W en N. De meier heeft de palen gebannen en Pelsers
werd erin gegicht met recht.
1542, 05 juni.
Folio 228
De rentmeester
van onze genadige heer van Lumpmen heeft gepaald een 'hostaet oft hoeve' aan
Ghert Niesen (Mesen?) op Scriex Heyde gelegen, grenzend 'die Bynnemans Hoeven'
Z en Peter Reyners W, des heren straet O en Gielis Scriex N, op 6 penninck
grondcijns. 'Ende tselve is Ghert uutgegeven dat hij tselve wilt laten liggen
inden gemeynen aert ende heeft geloeft tselve nu noch nimmermeer te begraven'.
1542, 05 juni.
Folio 228
De rentmeester
van onze genadige heer van Lumpmen heeft gepaald een 'hostaet' voor Jan
Wilboerts op die Scriex Heyde, grenzend Ghert Niesen en Elisabeth Wynen N, des
heren aert rondom op 3 zijden. Op 4 penningen grondcijns. De rentmeester heeft
de palen gebannen en Jan werd erin gegicht en gegoed met alle vormen van recht.
De cijns valt Remigij.
1542, 05 juni.
Folio 228
De rentmeester
van onze genadige heer van Lumpmen heeft gepaald een 'hostaet' voor Jan
Wilboerts van Coersel onder VVoertken, voor zijn 'gelege', grenzend des heren
straet N en O, dezelfde Jan Z. Op 1 penning grondcijns. Na het bannen van de
palen is hij ter gichte gekomen met recht. De cijns valt Remigij.
1542, 10 juni.
Folio 228
De rentmeester
van onze genadige heer van Lumpmen heeft uitgegeven een 'hostaet' voor Jan
Moens van Hechtel gelegen achter Daem Wintmolder, aan zijn aensel, grenzend des
heren aert op drie zijden en zijn eigen erf W. Op 4 penninck grondcijns. De
rentmeester paalde hem nog een hostaet voor zijn aensel westwaarts op 2
penninck grondcijns. (Er staat hier niets bij over bannen en gichten.)
1542, 10 juni.
Folio 228
De rentmeester
van onze genadige heer van Lumpmen heeft uitgegeven een 'hostaet' voor Mari
Wynen op 3 penninck grondcijns. Het is haar gepaald en gebannen en ze is ter
gichte gekomen met recht.
1542, 15 juni.
Op genachten dach. Folio 228v
Jan Gheerts van
Coersel heeft aan Daem Wintmolders en zijn panden een half mud rogge jaarlijks
gekweten. Hij bekende dat hij volledig werd betaald van hoetpenningen en rente.
1542, 29 juni.
Jaergedinge nae Sint Janssmisse. Folio 229v
Peter Cremers
heeft opgedragen een bluexken op 'Scriex Heyde' gelegen, grenzend Gielis Scriex
Z. Zou volgens de aanhef en het register verkocht worden aan Gielis Scriex,
maar de gicht stopt hier.
1542, 13 juli.
Op genachten dach. Folio 231
Aert Custers
heeft de rinsgulden jaarlijks opgedragen die hij gelden heeft aan Marten Cnoeps
panden en nog 1 rinsgulden die hij gelden heeft aan Mathis Bogaerts panden
onder Scoelen, tot behoef van Michiel Coex van Hasselt gewezen 'moentmiester'
voor 36 rinsgulden Brabants. Michiel is ter gichte gekomen met recht.